In gesprek met Patrick van Ginkel en Gaston ten Horn

Gaston ten Horn komt uit de beeldende kunst, had zijn eigen kunstpraktijk maar is later overgegaan op het organiseren en draaien van kunstenaarsinitiatieven. Hij woont in woonwerkpand Tetterode, een bekend kraakpand dat sinds de jaren 80 door de bewoners wordt gehuurd als casco. De bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van het gebouw. Patrick van Ginkel begon in Amsterdam als student en onderzoeker aan de universiteit. Hij kwam terecht in het kraakcircuit, waar hij als snel ruimtes in gebruik nam voor het organiseren van allerlei kunstinitiatieven. In de Spuistraat heeft hij daar het Kattenbakcollectief opgericht. Nu is hij betrokken bij verschillende samenwerkingsverbanden die zich inzetten voor rafelranden en vrije ruimten, zoals de Culturele Stelling en Radio Patapoe.

Onbetaalbaar kapitaal

De druk op betaalbare ruimte van werkruimte en woonruimte, zeker in de ring, is enorm toegenomen. Het gaat niet alleen om bedreigde plekken, maar ook die plekken die feitelijk gewoon goed functioneren. Met de Culturele Stelling proberen we de zichtbaarheid te vergroten van het ‘onbetaalbaar kapitaal’ dat de stad rijk is. Door heel erg de makerskant te belichten en te laten zien wat we allemaal doen in de stad.

Weinig diversiteit

Amsterdam dreigt echt onbetaalbaar te worden. Mensen trekken naar Antwerpen, naar Rotterdam, dat zijn plekken die hebben nog een ander beleid waardoor er wat betere natuurlijke doorstroming is, zonder dat de oudere kunstenaars uit hun atelier moeten onder het mom van marktwerking. Mensen zien Amsterdam daardoor ook veranderen, zien steeds meer monocultuur, weinig keuzen aan diversiteit in de wijken. Als je door de wijk loopt en je ziet alleen maar steeds meer van hetzelfde of je ziet leegstand, dat willen mensen niet. Dus daar moeten andere manieren voor gevonden worden.

Maar het kan. Heel veel mensen hebben het ook bewezen in Amsterdam. Bijvoorbeeld Nieuw en Meer is een totaal succes. Tetterode ook. Het behoort nog steeds tot heel betaalbare vierkante meter prijs. En dat komt ook door dat eigen beheer en do it yourself.

Ruimte voor rafelrandjes

De gemeente zou anders om kunnen gaan maatschappelijke bestemmingsplannen en leegstand. Bijvoorbeeld door broedplaatsen te creëren waarbij kunstenaars samen met de buurt creatieve dingen kunnen neerzetten. Wel belangrijks is dat de programmering en inhoud duurzaam is. Nu wordt de kunstenaar vaak een wijk in geknald, en op een gegeven moment gaat de huurprijs omhoog en moeten ze de stad uit.

Het zou helemaal mooi zijn als in bestemmingsplannen een bepaald percentage voor een rafelrandje wordt ingedeeld. Nu zijn we bezig met de gemeente, in opdracht van Marieke van Doornick, om mee te denken aan het ontwikkelen van een aantal vrije ruimten in de stad. Het is een beetje een tegenstelling, een vrije ruimte met regels, maar we moeten wel allemaal met elkaar samen leven. Wij zijn nu aan het na denken hoe we dit een succes kunnen maken.

In 2050…

Gaston en Patrick hopen dat werelden en belevingswerelden meer in elkaar schuiven, er meer wordt samengewerkt. Nu zijn het eigen werelden. Dus straks is er geen Zuidas meer, maar je hebt ook geen Noord, maar al die werelden: groen, duurzaam, geld, geen geld zitten allemaal in elkaar geschoven. De ruimtes worden multifunctioneel. Dit bevordert de leefbaarheid, betaalbaarheid, gezelligheid.

Adviezen aan de gemeente

  • Zorg dat de rafelrand blijft in de stad, neem het mee in bestemmingsplannen
  • Duidelijke visie over leegstand in de stad, laat het over aan creatieve initiatieven van onderop in samenwerking met de buurt
  • Multifunctioneel gebruik van de ruimte
  • Meerdere centra in de stad, de stad als organisch geheel waar meerdere werelden door elkaar leven en niet gescheiden zijn
  • Op het gebied van maatschappelijke bestemmingsplannen heb je als gemeente een knop om aan te draaien.
  • Neem kennis mee over en van de vrije ruimtes, ook als het gaat om duurzaamheid en verbinding in de stad
  • Werk met alternatieve samenlevingsvormen.