Gezonde stad

Amsterdam wil een gezonde stad zijn. Nu zijn er nog te veel mensen met obesitas, dementie en chronische ziekten. Ook blijft weinig beweging een issue en komt eenzaamheid nog veel voor. Bovendien is gezondheid niet gelijk over mensen en wijken verdeeld. Daarom gaan we de hele stad steeds meer inrichten volgens de ‘Amsterdamse Gezondheidslogica’.

Sport en bewegen

Amsterdam wordt steeds autoluwer, met fijnmazige en nabije voorzieningen voor iedereen. Actieve vormen van vervoer worden hiermee het meest logisch. Wie loopt of fietst, wordt gezonder, komt meer mensen tegen en voelt zich meer thuis in de buurt. Want ook mentale gezondheid is belangrijk.

Verder hanteren we duidelijke referentienormen voor het aantal vierkante meters sport en spel. Sportterreinen worden komende jaren openbaarder. Ondanks de forse groei van de stad kunnen Amsterdammers zo blijven sporten in hun buurt, in hun stadsdeel en, grootschaliger, aan de stadsranden en eventueel in de groene scheggen. Sportvelden worden fraai en natuurinclusief in het groen ingepast.

Voedsel, stadslandbouw

We willen dat Amsterdam een gezonde voedselomgeving wordt. We stimuleren aanbod van vers en gezond voedsel en gaan snackbars naast scholen indien mogelijk tegen. Voedsel moet regionaler worden, op duurzamere wijze geproduceerd, met minder afval. Ondernemers die daarop inspelen, zijn zeer welkom. We staan positief tegenover diverse vormen van stadslandbouw, die als ‘vrije ruimte’ vaak ook een sociale functie vervullen.

Lucht, geur, geluid

Een gezonde stad heeft een goede luchtkwaliteit. De stad wordt liefst rookvrij, houtstook wordt aan banden gelegd en alle vervoermiddelen worden uiterlijk in 2030 uitstootvrij. Dat gaat helpen om de Amsterdamse luchtkwaliteit niet alleen te laten voldoen aan de wet, maar ook aan de strengere advieswaarden van de World Health Organization.

We hanteren speciale regels voor gevoelige bestemmingen waar veel kwetsbare mensen komen, zoals kinderopvang en voorzieningen voor ouderen. Deze mogen bijvoorbeeld niet langs doorgaande wegen worden gesitueerd.

Regels voor geur zijn lastiger, omdat geurervaring persoonlijker is en soms zelfs prettig kan zijn. We zoeken een balans tussen bescherming tegen overlast en ruimte voor activiteiten. In buurten met veel bedrijvigheid, horeca of verkeer is meer geur aanvaardbaar dan in luwe woonbuurten.

Ook geluid hoort bij een levendige stad, maar geluidsoverlast gaan we tegen. De transitie naar elektrisch vervoer helpt hierbij. Daarnaast doen we er ons best voor dat woningen luwe zijdes hebben, bijvoorbeeld in gesloten bouwblokken. Verder maken we een duidelijk onderscheid tussen drukke en rustige straten, zodat mensen enigszins kunnen kiezen waar ze wonen of verblijven.

Omgevingsveiligheid

Tot slot is omgevingsveiligheid belangrijk, met ook hierbij een besef dat honderd procent veiligheid niet bestaat. We stellen veel regels, de stad heeft speciale routes voor gevaarlijke stoffen. Risicovolle activiteiten, zoals in Westpoort, vinden plaats binnen aangewezen veiligheidscontouren.