Leefbare stad

Een stad wordt leefbaar als de openbare ruimte prettig is om in te verblijven, met voldoende en sociaal veilige ruimte voor groen, water en andere ‘zachte’ functies.

Openbare ruimte

Het verdichten van de stad betekent soms dat het oppervlak aan openbare ruimte afneemt. Wel moeten we dan de juiste keuzes maken. De Amsterdamse openbare ruimte wordt daarom ingericht met prioriteit voor verblijf, voetgangers en fietsers. Bij voorkeur neemt het aantal statische objecten af, zoals geparkeerde auto’s, verkeersborden of reclame-uitingen. Ook zijn we kritisch op verdere groei van het aantal terrassen. Nieuwe objecten in het kader van de energietransitie, zoals middenspanningsruimtes en regelkamers, zijn wel welkom, mits fatsoenlijk ingepast.

Verder maken we graag een duidelijk onderscheid tussen drukke en rustige plekken in de stad, zodat mensen kunnen kiezen. We doen ons best om de groene openbare ruimte wat te vergroten door sportparken, volkstuinen en soms ook begraafplaatsen toegankelijker te maken. De komende jaren worden kades en bruggen met prioriteit gerenoveerd. Dat geeft overlast, maar we proberen daarbij wel om ook andere opgaven meteen in de ingrepen mee te nemen.

Water

Amsterdam is al eeuwenlang een waterstad en daar zijn we trots op. In de verdichtende stad neemt het gebruik van het water en de wateroevers toe, met dreigende verrommeling en concurrerende ruimteclaims tot gevolg. We proberen dat in goede banen te leiden door op sommige plekken het zicht op het water te verbeteren, op andere plekken recreatie meer ruimte te geven, en op weer andere plekken de ecologie juist voorrang te geven. Natuurinclusiviteit wordt bij de inrichting van alle wateren en wateroevers een belangrijker uitgangspunt. Verder vinden we het belangrijk dat plekken aan het water worden toegewezen aan functies die daar echt aan gebonden zijn, zoals watergebonden bedrijvigheid. Riviercruise wordt verplaatst naar de flanken van de stad, en jachthavens worden elektrisch.

Groen

We gaan de stad rigoureus vergroenen. De stad wordt weliswaar dichter bebouwd, maar op een groene manier, met groenere straten, meer bomen, minder stenen, dak- en gevelgroen, en meer groene verbindingen met het groen buiten de stad. Dat doen we om de leefbaarheid voor mens, dier en plant te verbeteren, omdat groen uitnodigt tot bewegen, omdat we natuurinclusief willen zijn en om de stad klimaatbestendig te maken. We gaan het groen ook afwisselender maken, beter gebruiken en goed bewaken met een nieuwe Hoofdgroenstructuur. Die wordt een meer samenhangend groen-blauw netwerk, en hij wordt dynamischer, met meer ruimte voor verandering, vernieuwing en uitbreiding.

We zijn ook zuinig op de landschappen rondom de stad. De ecologische waarde moet verbeteren. We respecteren daarbij de cultuurhistorische kwaliteit en verhogen de recreatieve waarde. Tot slot telt dierenwelzijn volwaardig mee in onze ruimtelijke afwegingen.

Open stadmaken

Een leefbare stad is een betrokken stad. Burgers moeten dus invloed kunnen uitoefenen op de manier waarop hun buurt wordt ingericht. Burgerinitiatieven voor geveltuinen, speelplekken of wat dan ook moeten altijd open kunnen worden besproken en liefst ook uitgevoerd.

Dat de openbare ruimte democratisch en voor iedereen even toegankelijk moet zijn, geldt in principe ook voor de digitale openbare ruimte. De veranderingen op dit terrein gaan echter dusdanig hard, met openbare wifi, camera’s op straat, route-apps enzovoorts, dat een definitief standpunt hierover lastig is te bepalen. Belangrijk is vooral dat het democratische proces bepaalt hoe de digitale stad zich verder mag ontwikkelen.