In gesprek met Joram van Loggem

Joram van Loggem is socioloog en verhalenverteller. Hij woont in een zorgwoning in IJburg, waar hij met zijn handicap zelfstandig kan wonen. Zijn Canta biedt hem de bewegingsvrijheid om naar zijn favoriete plekken in zijn buurt te reizen en mensen te ontmoeten. Hij komt liever niet in het centrum, omdat het daar te druk is om veilig met zijn Canta te kunnen rijden. Hij vindt het jammer dat de zorgvoorzieningen voornamelijk aan de randen van de stad liggen, waardoor hij het gevoel heeft niet echt mee te kunnen doen aan het ritme van de stad.

IJburg

Joram is geboren in Amsterdam Oost en vanwege zijn lichamelijke handicap naar een zorginstelling op IJburg verhuisd. IJburg is een prettige wijk om te wonen. Er is veel ruimte, veel groen en er zijn leuke plekken waar Joram graag heen gaat om zijn buurtgenoten te ontmoeten. Zoals zijn favoriete koffietentje, waar hij uren zit te lezen of te schrijven. Zo heeft hij het gevoel dat hij geïntegreerd is in zijn buurt en geen kluizenaar in zijn holletje. Hij zou wel wat meer levendigheid willen op IJburg, sociaal is het wel erg eentonig. Het valt hem op dat veel Amsterdammers IJburg niet als een deel van Amsterdam zien en het een saaie wijk vinden. Dat heeft volgens hem te maken met de geïsoleerde ligging van IJburg en het feit dat er weinig leuke voorzieningen zijn. Ook valt het op dat er veel zorgvoorzieningen op IJburg zitten, waardoor het soms voelt alsof iedereen met een handicap naar IJburg wordt ‘gestuurd’.

De stad als centrifuge

Ook voor veel andere zorgvoorzieningen moet Joram naar de ‘uithoeken van de stad’ reizen. Als hij hulpmiddelen moet halen, zoals speciale schoenen, moet hij daarvoor helemaal naar Nieuw-West of Zuidoost. Dat kan niet met zijn Canta, dus daarvoor moet hij speciaal vervoer regelen. Joram vergelijkt de stad met een centrifuge: alle activiteit zit in het centrum en als je niet in de snelheid van het centrum mee kan wordt je naar de randen geduwd. Alle ‘leuke’ ‘hippe’ voorzieningen zitten in het centrum: de poppodia, de leuke cafés, de winkels. Joram gaat graag naar Melkweg of Paradiso, en kwam voor corona graag bij winkels zoals Concerto en zijn favoriete spellenwinkel. Het zou fijn zijn als hij niet altijd naar het centrum hoeft te reizen voor leuke activiteiten, omdat het voor hem lastiger is om daar te komen.

30-kilometerzones

In het centrum voelt Joram zich onveilig. Als hij met zijn canta over de fietspaden rijdt wordt hij van links en rechts ingehaald en ook nog eens geërgerd aangekeken. Cantas hebben bovendien niet de beste reputatie omdat iedereen er nu eentje kan kopen en je geen rijbewijs nodig hebt. De 30-kilometerstraten waar de auto te gast is werken voor hem het beste, zoals de Sarphatistraat. Daar delen alle weggebruikers dezelfde ruimte en ligt het tempo niet te hoog. Hij zou meer in het centrum komen als er meer van dat soort straten zouden zijn. Verlaagde stoepen helpen ook, en meer ruimte op de stoepen. Overigens is de toegankelijkheid van het centrum volgens hem voornamelijk een mentaliteitskwestie: mensen hebben niet door dat het asociaal is om je auto te parkeren op een verlaagde stoep die juist is aangelegd om het rolstoelers makkelijker te maken. 

Amsterdam in 2050

Joram hoopt dat Amsterdam ook in de toekomst voor ‘gewone Amsterdammers’ blijft. Er heerst een aantrekkelijkheidsidee: Amsterdam moet aantrekkelijk zijn voor creatievelingen of voor mensen met veel geld. Hij is bang voor vervreemding en dat mensen die minder te besteden hebben steeds verder naar buiten worden gedrukt. Bij zijn koffietent ziet hij steeds meer rijke mensen die koffie komen halen zonder contact te maken. Hij hoopt dat er wel plek blijft voor de gezellige lage middenklasse, dat is goed voor het buurtgevoel. Verder hoopt hij dat er meer begrip komt voor elkaar, zodat de ruimte beter gedeeld kan worden, ook met de mensen die zich minder snel voortbewegen. En hij zou het leuk vinden als er meer te beleven viel in zijn buurt, dat niet alle leuke voorzieningen zich in het centrum concentreren.

Adviezen aan de gemeente:

  • Maak het centrum toegankelijker voor minder validen door bijvoorbeeld 30-kilometerzones in te stellen, waar de auto te gast is en verschillende weggebruikers dezelfde ruimte delen. Zo kunnen ook mensen met een langzamer ritme zich veilig voelen in het verkeer.
  • Zorg voor een gelijke spreiding van zorgvoorzieningen door de stad, dus niet alleen aan de randen. Zo zijn deze beter bereikbaar en voelen zorgbehoeftigen zich meer geïntegreerd in de stad.
  • Zorg voor levendige stadsdelen waar voor bewoners genoeg te beleven valt op het gebied van recreatie, cultuur en ontmoeting. Minder focus op het centrum en meer aandacht voor de stadsdelen.