Groeien binnen grenzen

De stad mikt op 150.000 woningen erbij voor 300.000 nieuwe inwoners in 2050, dat is een voortzetting van het groeitempo van de afgelopen tien jaar. Plus 200.000 nieuwe arbeidsplaatsen. Deze groei wordt aan voorwaarden gebonden.

Binnen de stadsgrenzen

Voorop staat dat het landschap rond de stad wordt beschermd. Daarom mag de groei alleen plaatsvinden binnen de huidige stadsgrenzen. Dat kan door bedrijventerreinen om te bouwen tot gebieden waar zowel gewoond als gewerkt wordt, zoals het Schinkelkwartier, Bijlmer-West en als grootste Haven-Stad, dat in omvang gelijk staat aan een heel nieuw stadsdeel. Daarnaast is er ruimte voor groei in de naoorlogse wijken van Nieuw-West, Zuidoost en Noord, die dichter bebouwd zullen gaan worden. Ontwikkeling is ook mogelijk rond grotere stations als Lelylaan, Zuid, RAI en Sloterdijk. Bij stations is ruimte voor gebouwen hoger dan 70 meter. Zulke hoogbouw is ook passend langs het brede water van het IJ. Bij het verdichten van buurten staat een goede woonkwaliteit, met aantrekkelijke, leefbare straten en pleinen met veel plek voor ontmoeting, voorop.

Duurzaam

De andere grens aan groei is die van duurzaamheid. De stad wordt ingericht op hergebruik van materialen en grondstoffen en op een andere, meer zelfvoorzienende energieopwekking zoals stadsverwarming en zonne- en windenergie. Dit maakt de strijd om de schaarse ruimte nog heviger – waar zetten we de windmolens? – maar in de wetenschap dat dicht op elkaar wonen op zichzelf duurzamer is want efficiënter in alle opzichten. Schaarste dwingt tot creatieve oplossingen zoals het benutten van daken. In het landschap rond de stad maken we ook ruimte voor windmolens.

Aynouk Tan is journalist, curator en adviseur op het gebied van mode, gender en identiteit. Met haar visie en kledingstijl is ze een entiteit geworden waarmee ze de heersende normen bevraagt. Aynouk pleit ervoor om Amsterdammers radicaal eigenaarschap te geven over hun leefomgeving en te experimenteren met nieuwe samenlevingsvormen. De openbare ruimte zou voor iedereen moeten zijn, ook voor degenen die buiten de norm vallen. Vrijplaatsen en safe spaces voor gemeenschappen die aan de voorhoede van verandering staan moeten worden beschermd. 

Ruimte voor nieuwe samenlevingsvormen

Aynouk pleit voor systeemverandering, waarbij er radicaal ruimte wordt gemaakt voor Amsterdammers om eigenaarschap te nemen over hun leefomgeving. Sociale bewegingen als de provo’s hebben de status quo bevraagd door te ontwrichten en met concrete oplossingen te komen, zoals het witte fietsenplan. De gemeente moet Amsterdammers de ruimte geven om zelf met oplossingen te komen en met vernieuwende leefvormen te experimenteren. Zodat je je blijft afvragen: wat is wonen, wat is werken, wat is bezit, buiten het kapitalistische systeem. Het is eeuwig zonde dat vrijplaatsen als ADM en Ruigoord verdwijnen of onder druk staan, terwijl daar juist de vernieuwing en alternatieve cultuur zit waar Amsterdam trots op is en haar imago aan ontleent. Op dit soort plekken wordt geëxperimenteerd met duurzaamheid, gemeenschapsleven en burgerschap. Geef mensen met vernieuwende ideeën eigenaarschap over hun leefomgeving door minder regeltjes op te leggen en meer vertrouwen te geven. Maak ruimte voor nieuwe samenlevingsvormen en richt de stad in naar gemeenschappen. Je ziet steeds meer mensen die alleen wonen, terwijl er nog steeds wordt gedacht in starters en gezinnen. 

Inclusiviteit in de openbare ruimte

Als je door Amsterdam loopt zie je in de openbare ruimte terug dat de heersende norm momenteel wit, heteronormatief en hoogopgeleid is. Zo zijn de openbare toiletten ingedeeld in man en vrouw en kan je in de binnenstad nauwelijks verblijven zonder een kopje koffie van 3,50 te drinken. Van wie is de openbare ruimte? Op dit moment is die van degene die binnen de norm past, terwijl die van iedereen zou moeten zijn. De openbare ruimte in de stad zou moeten uitnodigen om jezelf te zijn. Hoe richt je processen, stad, publieke ruimte, onderwijs zo in dat het potentieel dat buiten de norm valt ook aangemoedigd wordt om zich te ontwikkelen? Het is belangrijk dat we ons ervan bewust zijn dat onze lichamen worden beïnvloed door machtsstructuren. Waarom huppelen we bijvoorbeeld niet over straat, of ontwerpen we stoelen waarop je kan liggen in plaats van zitten? Zorg dat je plekken ontwerpt die ook andere manieren van zijn en andere kwaliteiten laten zien. Juist gemeenschappen die aan de voorhoede staan van verandering, zoals de queer community en de black lives matter beweging, zouden de  ruimte moeten krijgen om zich te laten zien. De stenen bepalen de stad, daarom is de discussie over standbeelden en straatnamen heel belangrijk. 

Safe spaces 

Zolang het voor mensen die buiten de norm vallen niet volledig veilig is om zichzelf te zijn in de openbare ruimte, is het belangrijk dat er safe spaces zijn voor gemeenschappen als de queer community. De gemeente moet concreet en actief ruimte maken voor diverse manieren van samenkomen en dit soort plekken subsidiëren. Dit is belangrijk, want als je buiten de norm valt heb je automatisch ook minder kansen op de arbeidsmarkt. Een voorbeeld van een safe space is de Vrankrijk in de Spuistraat, waar queer only avonden worden georganiseerd. Sommige mensen vinden het uitsluitend, maar zolang het niet veilig is is het belangrijk dat er plekken zijn waar mensen die buiten de norm vallen zichzelf kunnen ontdekken. Dat zijn de plekken waar ik zelf de ruimte en kreeg en de veiligheid voelde om dat te kunnen doen. De Vrankrijk is cultureel erfgoed en moet worden beschermd. Het is belangrijk dat de gemeente erkent dat er een norm is, en dat degene die daarbuiten vallen beschermd worden. Dit geldt ook voor kwetsbare groepen als daklozen en ongedocumenteerde vluchtelingen. Als je niet binnen het systeem past of aan de regels van de gemeente kan voldoen wordt het je heel moeilijk gemaakt om een waardig bestaan op te bouwen in de stad. 

Adviezen aan de gemeente:

  • Maak ruimte voor systeemverandering door bewoners eigenaarschap te geven
  • Biedt ruimte om te experimenteren met nieuwe samenlevingsvormen
  • Bescherm vrijplaatsen en safe spaces voor gemeenschappen die aan de voorhoede verandering staan
  • Zorg voor een stad die de ruimte geeft om jezelf te zijn en je te ontwikkelen los van de heersende normen

Meer dan 40 jonge Amsterdammers kwamen dit voorjaar online samen om een gezamenlijke toekomstvisie te formuleren. Zij gingen hiervoor in gesprek met wetenschappers, activisten, advocaten, techneuten, actieve burgers en kunstenaars. Met elkaar vormen zij Parlement van de Toekomst, waarin ook studenten Anne Bartlema (HBO-Rechten) en Amber Keizer (Culturele en Maatschappelijke Vorming) van de Hogeschool van Amsterdam zijn vertegenwoordigd.

Vijf toekomstscenario’s

Bovenstaande en vier andere verklaringen vormen een manifest dat is opgesteld door het Parlement van de Toekomst. In het manifest komen de Amsterdammers niet alleen op voor hun eigen belangen, maar ook voor die van toekomstige generaties. De studenten en werknemers roepen via het manifest de Europese en lokale overheid op om de bescherming van grondrechten te waarborgen, de zeggenschap van burgers te garanderen en klimaatrechtvaardigheid te realiseren. Daarvoor verbinden ze vijf toekomstscenario’s aan acties die vandaag de dag kunnen worden uitgevoerd.

  1. Een toekomst die de grondrechten versterkt
  2. Een toekomst die gebaseerd is op commons en democratie
  3. Een toekomst die gebaseerd is op klimaatrechtvaardigheid
  4. Een toekomst waarin onderwijs voor empowerment zorgt
  5. Een toekomst die vrijheid in een digitale wereld waarborgt

Op dinsdag 30 juni 2020 presenteerde het Parlement van de Toekomst het manifest aan vooraanstaande vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de gemeente Amsterdam.

“Wij zijn van mening dat elke generatie, en met name de toekomstige generaties, fundamenteel recht hebben om in een gezonde, veilige en gelijke samenleving te leven.”

In het proces werd het Parlement van de Toekomst begeleid door Stichting Netwerk Democratie, een Amsterdams platform voor democratische innovatie. De HvA was samen met het Atelier der Verbeelding, Universiteit van Amsterdam en Gemeente Amsterdam intensief betrokken bij dit initiatief.

Lees de acties in het manifest van het Parlement van de Toekomst!

Christine Finke komt oorspronkelijk uit de VS woont sinds een vijf jaar in Amsterdam. Ze is naar Amsterdam verhuisd om voor een tech company te gaan werken. Amsterdam is aantrekkelijk voor expats vanwege het groen, de voorzieningen en de aanwezigheid van een internationale community. De belastingvoordelen die veel expats hebben aangetrokken zijn inmiddels opgeheven, waardoor er veel expats weer zullen wegtrekken uit de stad. Christine voelt zich thuis in Amsterdam, al is het lastig integreren vanwege haar gebrekkige kennis van de taal en cultuur. Haar wensen voor Amsterdam zijn minder auto’s, schonere lucht en betere toegang tot betaalbare biologische producten. 

Expat community

Het was aanvankelijk lastig om een woning te vinden voor Christine en haar partner. Na lang zoeken hebben ze een appartement in Nieuw-West gevonden. Ze vindt de buurt heel prettig om te wonen en geniet van de nabijheid van winkels en groen. Amsterdam is een aantrekkelijke stad om te wonen vanwege de menselijke maat, het groen en de verscheidenheid aan voorzieningen. Amsterdam heeft actief expats aangetrokken door belastingvoordelen in te stellen, waarbij hoogopgeleide expats de eerste acht jaar over 30% van hun inkomen geen belasting betalen. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen kan dat oplopen tot een voordeel van 700-1000 euro per maand. Nu de regel per 2021 is ingekort ziet Christine dat meerdere expats ervoor kiezen om weer te vertrekken. Voor haar speelt het aflopen van de regeling ook mee in haar beslissing om binnen een paar jaar weer terug te verhuizen naar de VS.

Internationale cultuur

Naast de bedrijven waar ze voor werken brengen expats ook hun eigen cultuur mee. Zo heeft ze vrienden die restaurantjes zijn begonnen en op die manier iets toevoegen aan het internationale karakter van de stad. Amsterdammers zijn aardig, maar het is lastig om echt te integreren omdat ze de taal niet spreekt en de Nederlandse cultuur niet kent. Toch voelt ze zich thuis in Amsterdam, want Amsterdam heeft een eigen unieke cultuur. Daar zijn de expats ook onderdeel van.

Verbeteringen voor de stad

Een aantal dingen vallen Christine op in vergelijking met andere landen waar ze heeft gewoond. Amsterdam heeft een fantastisch OV-netwerk en mensen zijn er ontzettend relaxed. Het is net alsof ze niet fulltime werken; Amsterdammers lijken altijd te genieten van hun vrije tijd en van een goede kwaliteit van leven. Wel valt haar op dat het zorgsysteem minder goed werkt dan in bijvoorbeeld Duitsland, waar meer preventieve zorg is en het makkelijker is om verwezen te worden naar een specialist. Ook is het ontzettend duur om biologisch te eten en moet je ervoor naar speciale winkels, waardoor het iets voor de elite wordt. Tenslotte hoopt Christine dat er meer ruimte komt voor stadslandbouw, dat de kwaliteit van de lucht verbeterd en de fietsers meer ruimte krijgen.

Inleiding

Amsterdam is een kennisstad. Dit betekent veel studenten, onderwijsgebouwen en andere faciliteiten. Het ruimtelijk-fysieke perspectief is één van de manieren waarop we naar het onderwijs kunnen kijken. Bepalend voor dit perspectief is de wijze waarop het onderwijs georganiseerd is en zich de komende decennia gaat ontwikkelen. Dit heeft impact op de manier waarop we de stad in de toekomst inrichten. Deze blik op de toekomst staat centraal in de Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Hoe ziet de stad eruit in 2050?

Als gastcurator van het Atelier der Verbeelding (onderdeel Omgevingsvisie 2050) en als grote, stedelijke kennisinstelling heeft de HvA als slotbijeenkomst gekozen voor het perspectief van leren in de stad van de toekomst met als centrale vraag: Hoe zien de HvA en andere hoger onderwijsinstellingen in Amsterdam hun rol in de Lerende Stad van de toekomst en wat zijn daarvan de consequenties voor het ruimtegebruik in 2050?  

Lerende stad

Gedwongen, maar ook geïnspireerd door de veranderingen als gevolg van de Coronacrisis, nemen de digitale ambities van onderwijsinstellingen deze maanden een hoge vlucht. Dit is een gegeven, waarvan de gevolgen nog niet allemaal te overzien zijn, maar die voor de een beter uitpakken dan voor de ander.

De hoger onderwijs hubs aan de Wibautstraat, op het Science Park, Roeterseiland, aan de Zuidas  en straks in de Sluisbuurt blijven onveranderd, maar achter de muren vinden grote veranderingen plaats. En als het aan de deelnemers ligt, gaan er ook tussen de verschillende instellingen en tussen allerlei andere stedelijke instellingen interessante samenwerkingen plaats vinden.

Twee workshops en twee toekomstbeelden die duidelijk bijval kregen:

Het nieuwe leren

Een onderwijsinstelling heeft drie opdrachten: opleiden, diplomeren en het systematisch kennis helpen ontwikkelen. Dit vraagt een vorm van samenwerking tussen docenten, studenten, bedrijven en personen uit de praktijk, die samen komen in studio’s, ateliers, bij bedrijven of online, maar niet per se op de campus. De belangen van deze groepen staan centraal in deze samenwerking. Om aan de drie opdrachten invulling te geven is het noodzakelijk de onderwijsgebouwen voor andere partijen dan alleen ‘eigen’ studenten open te gooien. En nog een stap verder te gaan: geef die andere leergierigen ook toegang tot de collegezalen. Laat andere partijen mee-leren. Kennisinstellingen zijn er niet alleen voor het behalen van een diploma, maar ook (en steeds meer) voor het ontwikkelen van kennis en het opleiden van mensen (workshop olv Didi Griffioen, lector Higher Education, research and Innovation (Hva) en Katje Pasman (HvA).

Leren met de Stad & fysieke impact hoger onderwijs

Het onderwijs moet flexibeler worden en de student moet worden gezien als professional die regie heeft op zijn/haar eigen leerweg. De onderwijsinstelling is ‘slechts’ de uitvalbasis: je gaat als student naar buiten, de stad in en leert daar. Een onderwijsinstelling moet als gebouw veel multifunctioneler zijn en niet alleen voor onderwijs worden gebruikt. Om dit te realiseren:

Werk (nog) veel meer samen met andere partijen in de stad en organiseer daar ook je onderwijs. Een college privaat recht bij een advocatenbureau, een collegereeks over (bewoners)participatie in een buurtcentrum, bedrijfskunde bij Ikea en ICT in de OBA. Neem studenten en docenten de stad in en zoek inspirerende plekken op die bijdragen aan het leren, ontdekken en ontwikkelen. De nieuwsgierigheid prikkelen. Dan kan Amsterdam een grote leeromgeving worden. (workshop olv Maarten Vos en Marjolein Dordregter van de OBA, en Peter Scheffer van hogeschool Inholland).

Een gezamenlijke hartenkreet was om te allen tijde en ongeacht nieuwe onderwijsvormen en –settings aandacht te houden voor de laagdrempeligheid en toegankelijkheid van het (hoger) onderwijs.

“Ik voelde mij als student erg gehoord tijdens deze conferentie. Een dialoog waarbij we op ideeën kwamen en naar elkaar luisterden. We visualiseerden over de toekomst, durfden buiten de kaders te denken en hebben nieuwe deuren geopend.”

Filmpjes

Ter inspiratie en vermaak zijn er vooraf en tijdens de conferentie filmpjes van (ideale) onderwijsomgevingen en andere wenkende perspectieven getoond, samengesteld en ingesproken door het HvA projectteam (studenten: Anne Bartlema, Amber Keyzer, Ruben Neuhaus & Rob Andeweg, Sandra Bos): https://youtu.be/mk2b_fqf4o0 en https://youtu.be/dpci9ziRkEY.

Vervolg

HvA organiseert graag in de nabije toekomst, in samenwerking met andere partijen, een vervolg op deze bijeenkomst over de Lerende Stad, waarin de ‘hoe vraag’ meer aanbod kan komen. Hoe kunnen we de onderwijsinstellingen inclusief het onderwijs opengooien en wat is daar voor nodig?

Donderdag 28 mei, digitaal

Op 28 mei kwamen een groep betrokken buurtbewoners digitaal bijeen om het te hebben over de toekomst van Amsterdam Nieuw-West. Welke zaken vinden ze belangrijk bij het ontwikkelen van dit stadsdeel? Wat mag er absoluut niet verloren gaan en wat kan er beter? Vanuit het WomenMakeTheCity project van gemeente Amsterdam wordt er bij vrouwelijke bewoners uit de stad te rade gegaan hoe zij hun ideale stad voor zich zien. Op deze manier kunnen ook de stemmen van bewoners die voorheen niet gehoord werden mee worden genomen in het ontwikkelen van de Omgevingsvisie voor Amsterdam in 2050. Deze avond zijn de vrouwelijke bewoners van Nieuw-West aan de beurt om hun perspectieven te delen.

Moderator Yasmine Moussaid, zelf uit Nieuw-West, zit de avond voor. Aan tafel schuiven Marthe Singelenberg, kartrekker van WomenMakeTheCity, stedenbouwkundig ontwerper voor de gemeente Pui-Yi Kong en Just City Index specialist en WomenMakeTheCity kernteamlid Ria Braaf-Fränkel.

In Nieuw-West komen er tienduizenden woningen bij, met name aan de ring. Bij het ontwerpen van al deze ontwikkelingen wordt de bestaande stad als uitgangspunt genomen. Er wordt gelet op de verbindingen van Nieuw-West met de rest van Amsterdam, maar ook met gebieden daarbuiten; op de woon- en leefkwaliteit en het behoud van de openbare ruimte en op het groen en de Sloterplas. Ook is het uitgangspunt bij het ontwerpen van de plannen om de bestaande en toekomstige bewoners aan het woord te laten.

Om te horen wat bewoners belangrijk vinden met oog op deze ontwikkelingen, gaan de deelnemers het deze avond hebben over verschillende waarden. Dit wordt gedaan aan de hand van de Just City Index: een systeem ontworpen door Dr. Toni Griffin waarmee gemeten kan worden wat een rechtvaardige stad is. De index vormt een kader om te bespreken welke waarden we in een stad het meest belangrijk vinden en een manier om uit te denken hoe die waarden dan in de praktijk tot uiting kunnen worden gebracht. De waarden die worden besproken deze avond zijn Acceptatie, Rechten, Betrokkenheid, Welvaart, Eerlijkheid en Mobiliteit.

Het gesprek wordt opgedeeld in drie gedeeltes die elk worden begeleid door een lid van de negenkoppige WomenMakeTheCity Vrouwenadviesraad. Leila Badaou, oprichter van Stichting Moedernetwerk, gaat met de deelnemers in gesprek over Acceptatie en Rechten; jongerenwerker Firdaouss Zoubir begeleidt een discussie over Betrokkenheid en Welvaart en organizer en auteur Oumaima Al Abdellaoui praat met de aanwezigen over Eerlijkheid en Mobiliteit. Hoewel deze waarden het startpunt van de gespreksonderdelen zijn, zijn de dingen die door de deelnemers op de avond worden aangekaart een stuk concreter. Want waar zijn de betaalbare woningen? Waarom is Nieuw-West relatief zo lastig bereikbaar met het OV? Waarom zijn er zo weinig voorzieningen voor mensen met een beperking? Hoe kunnen we verschillende bewoners meer betrekken en met elkaar verbinden? Hoe zorg je dat buurtbewoners het beste uit zichzelf kunnen halen? Dat soort vragen blijven terugkeren.

Verbindingen

Bewonersverbindingen

Hoe krijg je verschillende bewoners met elkaar in verbinding? Hoe krijg je ze meer betrokken bij de buurt? Een belangrijke voorwaarde hiervoor is volgens deelnemers dat er natuurlijke ontmoetingsplekken worden gecreëerd. Hier kunnen buurtbewoners elkaar op spontane wijze ontmoeten, ook als ze het druk hebben, en kunnen ze zo tot verbinding komen. Daarnaast valt er ook te denken aan meer cultureel of sociaal ingevulde ontmoetingsplekken zoals buurtmoestuinen, boeken- en kledingruilmarkten of kunstroutes. Belangrijk hierin is dat bewoners elkaar beter leren kennen: ‘kunst en storytelling zou een grotere rol kunnen spelen in Nieuw-West, het delen van verhalen, meer foto exposities, interviews, mensen een gezicht geven, want we kunnen ons niet verbonden voelen als we elkaars gezichten en verhalen niet tegenkomen’.  Op sommige plekken, zoals in de Van Deysselbuurt, wordt dit al gedaan, terwijl er in andere buurten nog een hoop moet gebeuren. Naast bewoners onderling wordt er ook gepleit voor een nauwe samenwerking van buurtbewoners met lokale ondernemers. Het zou goed zijn als die zo veel mogelijk samen kijken wat ze voor elkaar kunnen betekenen.

Kwetsbare verbindingen

Daarnaast wordt er gesproken over de mogelijkheden voor kwetsbare groepen in de buurt. Want wie zie je niet op straat en in de buurt? Wie komen ook niet zomaar in verbinding met anderen op een slim ontworpen buurtpleintje? ‘Kwetsbare bewoners die te maken hebben met eenzaamheid, armoede en/of huiselijk geweld’. Er wordt gesproken over hoe deze mensen, vaak vrouwen, toch bereikt en gesteund kunnen worden. In tijden van COVID-19 is dit nog lastiger dan normaal, maar zou (video)bellen met kleine groepjes geleid door professionals, of één op één, een uitkomst kunnen bieden.  Buiten quarantainetijd wordt er gepleit dat mensen van de overheid en hulpinstanties ‘outreachen’ en de straat op gaan. Door bezuinigingen zag je de afgelopen jaren dat de overheid en hulpinstanties steeds meer achter het loket gingen zitten en dat is een groot gemis. 

Fysieke verbindingen

Een andere vorm van verbinding die vaak nog een uitdaging vormt in Nieuw-West is verbinding in de vorm van connectiviteit of mobiliteit.  ‘Nieuw-West is best wel slecht bereikbaar. Van West naar Nieuw-West is de verbinding al niet zo lekker, en naar het centrum is ook echt best wel een eindje’. Dit kan beter volgens de deelnemers. Met het wijzigen van de routes van lijn 21 en lijn 14 is de situatie er juist ook slechter op geworden in plaats van beter, en zijn sommige buurten lastiger bereikbaar geworden dan voorheen. Dat terwijl ‘als mensen meer betrokken moeten worden, moeten ze ook goed kunnen bewegen en connectie hebben met elkaar, en moeten er verbindingen gemaakt kunnen worden tussen de ene en de andere plaats’.

Daarnaast komt het veel ter sprake dat het bestaande openbaar vervoer slecht toegankelijk is voor mensen met een beperking. Dat is niet goed genoeg geregeld en dat geldt helaas ook voor het ziekenvervoer. Er wordt gesteld dat tramhaltes in heel Nieuw-West moeten voor iedereen toegankelijk moeten zijn.

Kracht

Het gaat veel over verbinding, maar daarnaast hebben de deelnemers van de avond het ook veel over hoe vrouwen en jongeren ‘in hun kracht kunnen staan’. Door sport, door netwerken en door activiteiten. En dat is belangrijk want ‘als je als buurtbewoner en participant in je eigen kracht wordt gezet, trek je daarmee tegelijkertijd ook andere buurtbewoners mee’.

Buurtactiviteiten worden essentieel gevonden om mensen te sterken én te betrekken:

‘Ik heb gemerkt dat je met een activiteit de mensen sneller loskrijgt, ze praten dan heel eerlijk over wat er speelt, want je bent laagdrempelig met ze bezig. Ze voelen zich veilig, ze horen dat anderen ook ongeveer dezelfde problemen hebben. (…) Zo weten ze dat ze er bij horen, en dat ze een hartstikke grote rijkdom binnen in hen hebben, maar ze alleen moeten weten hoe ze dat handen en voeten moeten geven.’

Sport kan zo een activiteit zijn. De functie van sportbuurtwerk voor jongeren wordt dan ook geprezen: ‘sportbuurtwerk heeft er voor gezorgd dat ik zelfverzekerder ben geworden en socialer (…) er lopen heel wat onzekere en kwetsbare jongeren rond, en dit traject biedt echt een mooie mogelijkheid voor hun om niet alleen te bewegen, maar ook om stappen te durven zetten en meer lef te hebben in dingen.

Toch wordt er in deze context voor meer gepleit dan vrijwillige nevenactiviteiten. Als we echt de potentie die er in dit stadsdeel verscholen zit naar boven willen halen, dan zal de gemeente meer moeten faciliteren. Zo zijn ondernemerscursussen voor vrouwen verdwenen in Osdorp, ‘maar de stad loopt daar een kans mee mis, want er zijn heel veel gemotiveerde mensen die geen geld hebben en die zich niet kunnen weren tegen deze hoge drempels. Dat terwijl ze op die manier in hun kracht zouden kunnen staan. Op die manier zou je ook veel meer betrokkenheid en veel meer contact kunnen krijgen, want als je mensen zo in hun kracht zet dan bereiken ze ook weer anderen’. Er wordt gesteld dat de gemeente door middel van  ondernemerscursussen en microkredieten veel ongetapt potentieel zou kunnen benutten en mensen een kans kan bieden om hun talent te laten zien.

Eerlijkheid

Een verbonden stadsdeel waarvan de inwoners hun potentieel benutten is natuurlijk heel belangrijk. Maar eerlijke toegang tot beslissingen, woningen en publieke ruimte is dat uiteraard ook. Hoe kan de gemeente zorgen dat Nieuw-West een eerlijk stadsdeel is en blijft?

Inspraak en transparantie

Essentieel voor een eerlijke stad is de inspraak van haar bewoners. Een terugkerend punt in het gesprek is in hoeverre bewoners kunnen meebeslissen over de buurt. ‘Mensen moeten mee kunnen praten voordat iets er gaat komen. Meestal krijgen ze een brief als iets al is ontworpen of besloten, maar ik denk dat het gesprek aangaan met mensen in een buurt waar iets gaat veranderen, dat mensen daar heel erg naar op zoek zijn. Dat moet er echt meer komen in Nieuw-West’. Deelnemers zijn het hierover eens: ‘ik hoop dat ik in de toekomst ook mee mag helpen denken’. Naast inspraakmogelijkheden moet er echter ook nog aan verbeterde transparantie door de gemeente worden gewerkt: ‘er wordt geen informatie verstrekt, je weet niet waar je moet zijn’. Er wordt gesteld dat er veel meer van e-mail gebruik gemaakt kan worden, hoewel verschillende doelgroepen waarschijnlijk verschillende kanalen nodig hebben.

Leven en wonen voor iedereen.

Daarnaast is wonen een heikel punt. ‘Er is veel behoefte aan diversiteit qua woningen’ en de wachttijden [voor sociale woningbouw] zijn te lang. ‘Vooral voor jongeren is het een probleem om de woningmarkt op te komen’. Dat terwijl we eerder al zagen dat gemengde wijken met natuurlijke en nabijgelegen ontmoetingsplaatsen essentieel zijn voor een verbonden en betrokken buurt.

Ook komt ter sprake dat er bijvoorbeeld in Osdorp geen groepswoningen voor jongvolwassenen met een beperking bestaan. En voor kinderen met een beperking schieten de voorzieningen in de wijk ook tekort: ‘er is weinig ruimte voor kinderen met een beperking, die zijn onzichtbaar in Osdorp. Je hebt weinig plekken waar je met ze terecht kan’. Dat terwijl bestaande speelplaatsen makkelijk zijn aan te passen om ze ook geschikt te maken voor kinderen met een beperking. In combinatie met het ontoegankelijke openbaar vervoer in Nieuw-West is dit een serieus obstakel voor een eerlijk, inclusief en rechtvaardig stadsdeel. Er is dus nog werk aan de winkel.

Toch is de stemming onder deelnemers niet pessimistisch, maar wordt er hoopvol naar de toekomst gekeken. Spoken Word Artist Sjaan Flikweert, die de avond bijwoonde om er een indrukwekkend stuk over te schrijven, droeg er ter afsluiting deze mooie woorden over voor:

Nieuw-West is trots, jong is trots, geboren en getogen, zegt Jong West. We nemen de ruimte, zeggen ze, wij zijn de bestaande stad (…). Terwijl de gemeente Oude Helden eert, creëren de Nieuwe Helden een luisterend oor (…). Nieuwe Helden maken gezien of ongezien afstanden kleiner.

De adviezen die vrouwen van Nieuw-West samen met de Vrouwenadviesraad meegeven aan de Omgevingsvisie:

  1. Zorg voor meer toegankelijke ontmoetingsplekken waar verschillende soorten mensen met elkaar in contact kunnen komen. Dit moeten openbare plekken zijn waar je niet hoeft te betalen om naartoe te gaan.
  2. Zorg voor meer activiteiten voor verschillende bewoners en vergeet daarbij niet groepen zoals jongeren, mensen met een beperking en ouderen. Door activiteiten zullen zij zich krachtiger voelen en elkaar ontmoeten.
  3. Optimaliseer de OV verbinding tussen Nieuw-West en andere stadsdelen. Nieuw-West is nu slecht bereikbaar.
  4. Maak het OV overal toegankelijk voor ouderen en mensen met een fysieke beperking.
  5. Zorg voor een diverse samenstelling in ondernemingen, bijvoorbeeld door een minimum % van de bedrijfsruimte aan lokale ondernemers beschikbaar te stellen. Ondersteun lokale ondernemers waar mogelijk met microkredieten.
  6. Informeer bewoners tijdig over ontwikkelplannen en betrek hen als actieve stakeholders in het proces. De informatievoorziening is nu gebrekkig en inspraak komt pas als de plannen al gemaakt zijn.
  7. Zorg voor een eerlijke verdeling van de betaalbare woningen. Pak scheefwonen aan en geef woningzoekende jongeren en mantelzorgers uit de buurt prioriteit zodat zij in hun stadsdeel kunnen blijven wonen.
  8. Ambtenaren, agenten en andere werkers met een maatschappelijke functie moeten meer outreachend de wijk in gaan zodat ze beter kunnen voorzien in wat de buurt nodig heeft.
  9. Zet in op de bestaande kwaliteiten in het stadsdeel. Investeer in bestaande voorzieningen en betrokken burgerinitiatieven die er al zijn. Er zit zoveel kracht in het stadsdeel die vaak niet gevonden wordt.
  10. Zorg voor een veilige en aangename openbare ruimte die voor iedereen toegankelijk is. In Nieuw-West is nu nog een gebrek aan verlichting, in sommige straten zijn te weinig ogen op straat en de hygiëne van openbare toiletten is slecht. Ook de speelplaatsen moeten toegankelijker en veiliger.
Maandag 18 mei 2020, digitaal

Op maandag 18 mei kwamen achtentwintig betrokken vrouwelijke bewoners van Amsterdam Zuidoost digitaal bijeen om het te hebben over de toekomst van hun stadsdeel. Welke zaken vinden zij belangrijk bij het ontwikkelen van Zuidoost? Wat mag er absoluut niet verloren gaan en wat kan er beter? Vanuit het WomenMakeTheCity project van gemeente Amsterdam wordt er bij vrouwelijke bewoners uit de stad te rade gegaan hoe zij hun ideale stad voor zich zien. Op deze manier kunnen ook de stemmen van bewoners die voorheen niet gehoord werden mee worden genomen in het ontwikkelen van de Omgevingsvisie voor Amsterdam in 2050. Deze avond zijn de vrouwelijke bewoners van Zuidoost aan de beurt om hun perspectieven te delen.

De avond wordt ingeleid en begeleid door sociaal ondernemer Saskia Bosnie, die met haar ruime ervaring in participatieprocessen én als bewoner van Zuidoost een uitgelezen keuze was. Aan tafel zitten planoloog van gemeente Amsterdam Caroline Combé, die uitleg geeft over de Omgevingsvisie waar ze aan werkt, programmamanager van het gemeentelijk project 1Zuidoost Mehtap Karasu, die vertelt over de huidige en toekomstige ontwikkelingen in het stadsdeel, en Marthe Singelenberg, projectleider van en drijvende kracht achter het WomenMakeTheCity project. 

In Zuidoost en een klein stuk van Ouder-Amstel zullen er voor 2040 bijna 40.000 woningen bij komen, wat betekent dat het bewonersaantal in het stadsdeel gaat verdubbelen. De meeste van deze woningen zullen in Amstel III en ArenApoort worden gebouwd, welke nu vooral werkgebieden zijn. Hierbij wil de gemeente met het 1Zuidoost project zorgen dat er geen tweedeling komt en minstens 25% van de woningen moet naar mensen uit het stadsdeel gaan. Naast woningen zullen er ook voorzieningen bij komen, zoals scholen, culturele instellingen en winkels. 

Om te horen wat bewoners belangrijk vinden met oog op deze ontwikkelingen, splitsen de deelnemers van de avond op in drie groepen om het over verschillende waarden te hebben. Dit wordt gedaan aan de hand van de Just City Index: een systeem ontworpen door Dr. Toni Griffin waarmee gemeten kan worden wat een rechtvaardige stad is. De index vormt een kader om te bespreken welke waarden we in een stad het meest belangrijk vinden en een manier om uit te denken hoe die waarden dan in de praktijk tot uiting kunnen worden gebracht.

De gesprekken in de drie groepen worden elk begeleid door een lid van de negenkoppige WomenMakeTheCity Vrouwenadviesraad. Groep één heeft het onder leiding van WomenMakeTheCity projectmanager en kernteamlid Ria Braaf-Fränkel over de waarden Welvaart en Acceptatie. Groep twee bediscussieert samen met kwartiermaker Rachel Tokromo Eerlijkheid en Identiteit. Tegelijkertijd gaan in groep drie bewoners onder hoede van finance professional Glainess Adely over Betrokkenheid en Aspiratie in gesprek.

In de verschillende werkgroepen werden aanvankelijk verschillende waarden besproken. Toch is er veel overlap in de zaken die bewoners noemen als essentieel voor een rechtvaardig en bloeiend Zuidoost. In de gesprekken komt voornamelijk de vraag naar boven: hoe houden we de buurt van de bewoners en hoe zorgen we ervoor dat het DNA van Zuidoost behouden blijft en ook deel gaat uitmaken van de nieuwe gebieden en buurten van het stadsdeel? Verschillende deelnemers spreken zich daarnaast uit voor toegankelijk en betaalbaar wonen, betrokkenheid, transparantie, sociale cohesie en voor veel ruimte voor buurtinitiatieven en eigenaarschap. Ze hebben een groot hart voor Zuidoost en veel zorgen over ontwikkelingen van bovenaf, die de identiteit en authenticiteit van het stadsdeel zouden kunnen schaden.

Betrokkenheid & participatie

Wat in alle gesprekken prominent terug komt is het belang van het betrekken van de buurt bij het nemen van beslissingen óver de buurt. Ook het betrekken van de bewoners van de bestaande aangrenzende buurten bij het maken van de nieuwe buurten, wordt genoemd als van groot belang. Er wordt veel gesteld dat het altijd het belangrijkste is om te weten wat de behoeftes van de buurt zijn, zodat er een passend aanbod kan komen. Communicatie is hiervoor essentieel: ‘Dat is de levensader van alles, alleen daardoor bereik je elkaar’.  En hoe communicatie met de bewoners goed gaat, weten veel van deze betrokken Zuidoost-deelnemers al. Velen van hen zijn voor hun eigen projecten alle deuren langs gegaan, houden bijeenkomsten waar íedereen die komt iets op de agenda mag zetten, richten appgroepen op en leggen maillijsten aan. ‘Betrokkenheid moet je van onderaf beginnen’.

Er bestaat echter wel veel frustratie over de invloed die bewoners vervolgens hebben. Want wat heb je aan een inventarisatie van wat de bewoners willen, als daar vervolgens niets mee kan gebeuren? ‘De spelregels moeten wijzigen,de procedures moeten aangepast worden aan onze cultuur, aan de Zuidoost cultuur, in plaats van andersom. Ze moeten kijken naar de behoeftes hier in Zuidoost en dát vertalen naar projectontwikkelingen en aanpassingen van de regels’. Op dit moment ervaren veel betrokken bewoners een groot gebrek aan transparantie in de plannen vanuit de gemeente, en velen zijn het er over eens dat dát in elk geval anders moet als we een eerlijke stad willen met betrokken burgers en authentieke buurten.

Ontmoetingsplekken

Voor een betrokken buurt is het belangrijk dat er een diversiteit en ruim aanbod aan ontmoetingsplekken is, zowel commercieel als niet commercieel. Dit is nodig om eenzaamheid tegen te gaan; om te zorgen dat mensen elkaar kennen; om te weten wat er speelt; om te zorgen dat alle doelgroepen bereikt worden en om te zorgen dat er plek is voor iedereen.

Comfortabel en groen

Er wordt gesproken over het belang van groene en aangename openbare ruimtes waar mensen willen zitten en bewoners elkaar kunnen ontmoeten. ‘Ik denk dat het handig is om plekken te creëren waar mensen elkaar echt natuurlijk ontmoeten (…) dus dat je elkaar meteen meet zonder dat je het op hoeft te zoeken’.  Ook worden moes- en buurttuinen geprezen als verbindende activiteit en moeten deze ook in toekomstige ontwerpen een geïntegreerde plek krijgen. Daarnaast merken de deelnemers op hoe essentieel het groen in Zuidoost is voor de identiteit en ook als onderdeel van spirituele vrijheid.

De behoefte aan comfortabele buitenruimtes moet kortom niet onderschat worden. Uit een onderzoek onder bewoners door buurtorganisatie Hart voor de K-buurt bleek bijvoorbeeld dat waar op een gegeven moment de grootste behoefte aan was, betere bankjes waren. De bestaande bankjes waren te laag voor veel oudere mensen om comfortabel op te zitten. De nieuw gespreid geplaatste bankjes stelden ook zij die slecht ter been waren in staat meer naar buiten te gaan voor een wandeling of winkelcentrum, met de mogelijkheid om tussendoor even uit te rusten.

Buurtcentra

In alle gesprekken komt het belang van (niet-commerciële) buurtcentra naar boven. Plekken waar er op een laagdrempelige manier ruimte is voor buurtbewoners om deel te nemen aan culturele, artistieke en ondersteunende activiteiten en ook om deze zelf te organiseren. Er wordt gesproken over grote gebouwen waar er allerlei activiteiten en faciliteiten voor allerlei soorten bewoners worden gebundeld. De Bonte Kraai wordt genoemd als mooi voorbeeld, maar ook als iets wat te zeldzaam is in Zuidoost, omdat soortgelijke plekken juist in veel buurten zijn verdwenen.

Er wordt vaak gesteld hoe belangrijk het is dat zo’n centrum toegankelijk en laagdrempelig is. En dat het er voor verschillende groepen moet zijn, oud en nieuw, arm en rijk. Hierbij ook moet worden gezorgd voor aanbod voor mensen die overdag werken. Hiermee wordt informeel geduid op witte nieuwkomers die doorgaans drukke banen hebben en geen contact maken met de buurt.

Ook hier komt betrokkenheid terug als belangrijke voorwaarde. Buurtcentra moeten niet door grote organisaties van bovenaf geleid worden, maar juist ingevuld kunnen worden door bewoners met eigen initiatieven. En daar moeten ook zeker middelen voor komen: ‘laat buurtinitiatieven organisch groeien maar zorg wel voor structurele middelen zodat het duurzaam is’.

Scholen & de jeugd

Verschillende deelnemers merken op hoe belangrijk het is om volop recreatiemogelijkheden voor kinderen en jongeren te bieden in de buurt. Zowel in de vorm van publieke ruimtes, als in de vorm van workshops, buitenschoolse activiteiten, ateliers en sport. Om jongeren te bereiken en te betrekken bij de buurt zou er veel meer gebruik van sociale media platforms als Instagram en TikTok gemaakt kunnen worden. Daarnaast worden scholen geprezen voor hun verbindende functie en als goede manier om vrouwen meer te betrekken bij activiteiten in de buurt en om hen kansen te bieden.

Ondernemers

Ook lokale (semi)commerciële plekken en mogelijkheden worden vaak genoemd als belangrijke elementen voor een verbonden, inclusieve en bloeiende buurt. Het gaat dan over het belang van een lokale groentewinkel en het buurtcafé als ontmoetingsplek, en het belang van lokale kunstenaars en creatieve ondernemers voor een bruisende buurt. Een praktische randvoorwaarde hiervoor die vaak terugkomt in de gesprekken is het beschikbaar maken van betaalbare locaties voor plaatselijke (sociaal) ondernemers om hier zelf invulling aan te geven. Rond Amstel III gaat het over de zogenaamde plinten van de nieuwe gebouwen en er wordt gesproken over hoe belangrijk het is dat hier betaalbare en toegankelijke plekken voor lokale ondernemers en kunstenaars zullen zijn.

Er moeten ook ruimtes zijn voor sociaal ondernemers voor wie winst geen doel is maar die willen bijdragen aan de buurt. En voor (vrouwelijke) kunstenaars, voor wie er nu te weinig beschikbare betaalbare ruimte is. Daarnaast wordt er gesproken over ‘de waarde die vrouwen kunnen toevoegen om een gebied te ontwikkelen’. En over of er een quotum voor vrouwelijke ondernemers zou kunnen komen of er in elk geval middelen moeten komen om vrouwelijke ondernemers te faciliteren in grotere getale aan de slag te gaan. Er moeten dus faciliteiten zijn voor lokale (sociaal)ondernemers om op een flexibele manier hun eigen plannen in te vullen. Rondom niet-lokale, grootschalige ondernemers wordt er gesproken over randvoorwaarden. Zou het mogelijk zijn dat zij verplicht een sociale bijdrage zouden moeten leveren aan de buurt? ‘Ik denk dat het voor Zuidoost cruciaal is dat dat gebeurt’.

Oud & nieuw: sociale binding en segregatie

Een ander onderwerp dat in elk gesprek terugkomt is het belang van het integreren van de (aanstaande) nieuwe bewoners in Zuidoost. Hoe wordt de authenticiteit en het DNA van Zuidoost bewaakt, met zoveel nieuwbouw en nieuwe doelgroepen? Hoe kan ervoor worden gezorgd dat nieuwe bewoners even betrokken worden bij de buurt als de oude, en er geen segregatie ontstaat?

Wonen

Een zorg die breed gedeeld wordt onder deelnemers is voor de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor mensen die uit Zuidoost komen. Kunnen jongeren uit Zuidoost wel een woning voor zichzelf vinden als ze in de buurt willen blijven? Waar kunnen senioren terecht die moeten doorstromen en hun hele leven al daar hebben gewoond? Is er plek voor groeiende gezinnen die een groter huis nodig hebben maar die de buurt niet willen verlaten? ‘Iedereen moet profijt hebben van nieuwe wijken, zoals Amstel III; van onze jeugd tot aan onze senioren, jong en oud. Het moet een dwarsdoorsnede zijn van ons mooi Zuidoost’. Ruimte voor zelfbouw en alternatieve woningbouwverenigingen worden genoemd als idee om betrokkenheid, participatie en eerlijkheid te verenigen.
Er bestaat geen twijfel over dat, hoewel de deelnemers duidelijk open staan voor nieuwkomers in de wijk, en ze de rijke mengeling van culturen vaak prijzen als kracht van Zuidoost, ze het essentieel vinden dat er genoeg woningen voor de mensen uit de buurt beschikbaar blijven en worden. Voorrang voor inwoners uit Zuidoost, zwart op wit, wordt als randvoorwaarde gevraagd, uit de naam van eerlijkheid, authenticiteit én identiteit. Want de mensen maken de buurt en zijn essentieel voor de identiteit. ‘Als je over de Bijlmer praat, praat je over de mensen en niet over de stenen’.

Oud en nieuw mengen

Deelnemers zijn het erover eens dat het wenselijk is dat verschillende groepen zich met elkaar verbinden in de toekomst van Zuidoost. Hier zijn allerlei ideeën en ook al bestaande initiatieven voor. De eerder genoemde buurtcentra en lokale ondernemingen komen veel op als oplossing hiervoor. Er worden buurtfeesten genoemd. Ook wordt de hoop uitgesproken dat de Coronacrisis en ‘het nieuwe normaal’ mensen die normaal gesproken heel weinig tijd in de buurt doorbrengen vanaf nu aansporen dat nu meer te doen.

Een grote zorg voor deelnemers blijft echter het Amstel III project, waar de spoorlijn een concrete scheiding lijkt te gaan vormen voor oude en nieuwe wijken. Hoe zorg je dat nieuwe bewoners aan de andere kant van het spoor mengen en hoe voorkom je segregatie?  De deelnemers hebben de antwoorden: door buurtbewoners te betrekken bij het ontwerp van nieuwe gebouwen; door lokale ondernemers en kunstenaars ruimtes te bieden in de nieuwe gebouwen; door projecten als de Ubuntu stadstuin die er jaren geleden was. Wanneer bewoners van aangrenzende gebieden vanaf het begin van nieuwe gebiedsontwikkelingen worden betrokken worden ze erkend als stakeholders in het maakproces van hun stadsdeel en/of buurt. Dat is goed voor de betrokkenheid én de sociale binding.

Kleur

Een andere gedeelde zorg onder deelnemers is de afwezigheid van kleur in gesprekken over het stadsdeel. ‘Je moet eerlijk kunnen zijn over hoe de ervaring is om Afro-Nederlander te zijn in dit stadsdeel. We moeten het kunnen benoemen, anders blijft er spanning’. ‘Hier wordt niet over gepraat in al die bestemmingsplannen. Veel mensen zeggen: dat loopt wel los. Maar dat is niet zo als je dat niet van het begin af aan al doet (RT 59:00). Dat terwijl er toch een gevoel heerst dat de buurten waar in geïnvesteerd wordt, witte buurten zullen worden, en dat de verdere verdeling van witte en zwarte scholen zal toenemen als er geen serieuze stappen worden genomen.

Buurten als deel van een lichaam

Ook zijn er zorgen over de onderlinge relatie tussen verschillende buurten in Zuidoost. Want als Amstel III zo gaat ontwikkelen en gentrificeren, wat gebeurt er dan met de andere buurten? Andere buurten moeten niet achterblijven en ook worden opgeknapt en dezelfde faciliteiten krijgen. ‘Als er een mooi plein wordt gebouwd in één gebied, moet dat ook in het andere gebied gebeuren. ‘Je hebt één lichaam, ons stadsdeel is het lichaam, je kan niet alleen aandacht aan het gezicht geven en dan niet aan de rest van je lichaam’.  De angst leeft wel dat het zo zal zijn: hoe dichter bij Amstel III hoe mooier het wordt en hoe beter de voorzieningen. Laten we in plaats daarvan bedrijven die gaan investeren in Amstel III verplichten dat ook in andere delen van Zuidoost te doen, wordt er door meerdere deelnemers overeengekomen.

‘Omgevingsvisie van de vaak nog onzichtbaren’

Deze zorgen en oplossingen worden gedeeld door de betrokken bewoners van Zuidoost op digitale bijeenkomst van Pakhuis De Zwijger. De avond wordt afgesloten met ‘Omgevingsvisie van de vaak nog onzichtbaren’: een prachtige samenvatting  door spoken word artist Sydney Lowell, waarin er klinkt:

Oost of west van het spoor zou niet uit moeten maken. Want segregatie willen we niet. We gaan niet terug in de tijd. Want Zuidoost is net zoals de stad één lichaam. Besteed aandacht aan al onze organen. En houd het lichaam levend staan.

De adviezen die vrouwen van Zuidoost samen met de Vrouwenadviesraad meegeven aan de Omgevingsvisie:

  1. Investeer in aantrekkelijke openbare ruimten en voorzieningen, bij voorkeur fysiek gelegen tussen nieuwe en naburige wijken in, die toegankelijk zijn voor zowel bestaande als nieuwe bewoners.
  2. Oormerk een deel (25%) van de grondexploitatie van Amstel III voor investeringen in aantrekkelijke openbare ruimten, voorzieningen en ontmoetingsplekken. Deze moeten divers en multifunctioneel ontworpen worden én fysiek geplaatst worden zodat ze mensen uit oude en nieuwe gebieden verbinden. Bijvoorbeeld een stadspark op de A2 met werkgelegenheid voor lokale bewoners.
  3. Zorg voor ontwikkelkansen voor sociaal-, circulair-, cultureel- en lokale ondernemers uit Zuidoost in Amstel III, door te voorzien in betaalbare ruimte voor minstens 5 jaar en laat hen op flexibele wijze hun eigen plannen invullen zodat zij (duurzame) maatschappelijke meerwaarde kunnen creëren.
  4. Creëer werkgelegenheid voor verschillende typen beroepsgroepen en werkzaamheden in Amstel III en neem bewust mensen uit Zuidoost aan.
  5. Investeer in bestaande voorzieningen in de bestaande (aan nieuwe buurten grenzende) gebieden. Versterk ze en zorg voor een kwaliteitsupgrade; zo worden ze aantrekkelijk voor bestaande en nieuwe bewoners. Dit is heel belangrijk voor de verbinding en het maken van één Zuidoost
  6. Bouw zeker geen nieuwe scholen in Amstel III, maar investeer in de verbetering van de fysieke conditie van bestaande scholen (in de bestaande wijken) en in kwaliteitsverbetering van het onderwijs.
  7. Zorg voor betaalbare woningen in het stadsdeel voor bestaande Zuidoost bewoners. Laat geen huurverhoging toe na renovatie. Bouw en reserveer daarnaast minstens 25% van de woningen in Amstel III voor jongeren, gezinnen en ouderen uit Zuidoost. Maak deze dan ook betaalbaar en in diverse types en groottes.
  8. Ontwerp woonwijken zodanig dat er verbinding is met de (rest van de) buurt en omgeving. We willen bijvoorbeeld geen forten zoals de wijk Switie aan de rand van de Gooiseweg. Hier is totaal geen verbinding met de rest van de K-buurt.
  9. Laat investeerders en projectontwikkelaars nieuwe delen van het stadsdeel ontwikkelen vanuit de kracht en diversiteit van Zuidoost: zet creatief talent en creatief ondernemers betaald in om de authenticiteit van Zuidoost in het nieuwe deel te borgen. Nog niet gebeurd? Doe het alsnog!

Tamara Streefland leidt het Cities Program bij Metabolic Foundation, waar ze steden adviseert over de transitie naar een circulaire economie. Metabolic heeft als missie de globale economie naar een duurzamere variant te brengen, het liefst zo snel mogelijk. Gevestigd in De Ceuvel in Amsterdam Noord, denken ze ook na over een duurzame toekomstvisie voor de stad.

De circulaire stad

Steden hebben een grote impact op het milieu, en daar willen we van af. Steden zouden op een symbiotische manier moeten samenwerken met het achterland. “Als je nu iets recyclet, weet je vaak niet waar het heengaat en wat de impact is. Om dat te voorkomen pakken we de circulaire economie holistisch aan. Dus: materialen hoogwaardig gebruiken, uit hernieuwbare bronnen, en biodiversiteit structureel ondersteunen. Gezond voor gemeenschappen, cultuur en andere waarden. Dit alles hoort in een circulaire economie met elkaar in verbinding te staan.“

Zo wordt iets wat duurzaam is, ook inclusief voor de mensen die er wonen. Want steden zijn er voor iedereen. Maar waar in de stad vindt dan economische activiteit plaats? En hoe integreer je die in de gebouwde omgeving? “Breng bijvoorbeeld zware industrie naar de randen, en verspreid de bouwstenen om de stad draaiende te houden. Dus niet lage schaal maakindustrie als een repair-hub, maar wel een geïntegreerd systeem waaronder de machinekamer van de stad. Een bruisend geheel van allerlei buurten met verschillende economische activiteiten, en niet een woonwijk waar verder niets is.”

De relaties die je hebt, ook die met de koffieman op de hoek en de fietsenmaker, bepalen hoe gelukkig mensen zijn met hun leven in de stad. Het gaat er om hiervoor ruimte te houden in de publieke omgeving. Eigenaarschap is volgens Streefland dan belangrijk. “Hoe mooi is het om vanuit een collectief eigenaarschap de buurt te gaan ontwikkelen.”

Ruimte voor experiment en innovatie

Hoe krijg je innovatie in de gebouwde omgeving voor elkaar? Het is belangrijk een collectief bewustzijn te stimuleren over duurzaamheid en klimaat in de stad. Bijvoorbeeld met ruimtes voor experiment waar dingen zichtbaar worden, zoals De Ceuvel. Hier zie je wat circulair is: verbonden, van het riool af, zelf energie opwekken, een aquaponics-systeem om voedsel te verbouwen, etc.  “De Ceuvel is vanuit een tender een succesvolle onderneming geworden. Het laat ook zien waar je tegenaan loopt als je dingen anders wil doen. Door uitproberen, zie je wat er moet veranderen in het systeem om innovatie mogelijk te maken. Experimenteerruimte is dus heel erg belangrijk, dat kan wel wat meer in de stad.”

In Amsterdam zijn veel regels en richtlijnen, veel initiatieven stranden in trage bestuursprocessen. Zo duurde het 10 jaar om Schoonschip, de eerste duurzame drijvende wijk van de stad, voor elkaar te krijgen. Als Amsterdam in 2050 circulair wil zijn, dan is meer snelheid geboden. “Wat als we iets meer buiten de lijntjes lezen, een beetje ongehoorzamer zijn, dingen meer aan toeval overlaten, en soms maar gewoon gaan uitproberen? Laat als gemeente zien waar je heen wil. Veel mensen zijn bang dat ze moeten inleveren. Een toekomstvisie kan laten zien dat een duurzamere economie goed is voor ons allemaal. Het wordt niet minder en niet slechter. Wel gaan we de dingen anders doen, en soms wat minder, maar  hier komen weer andere dingen voor terug.”

Stad als natuurlijke habitat

Amsterdam kan veel meer groen integreren. Maar hoe maken we de stad weer een beetje wild? Hoe zorgen we dat de stad niet naast de natuur staat, maar er onderdeel van is? En wat maakt dat mensen zich weer verbonden voelen met de natuur? “Dit gaat verder dan grasveldjes, maar om écht groen en verticale groene gevels. Maar ga je een stad groen maken, dan kom je veel obstakels tegen. Denk aan bestaand eigenaarschap, of een parkeernorm die ten koste gaat van groen. Wil je als gemeente meer groen, maak dan actief ruimte, en kies bv. voor minder auto’s in de stad. Zo kunnen ook groen en natuur in de stad zegenvieren?”

Amsterdam in 2050

Het Amsterdam van 2050 is groener, gevarieerder en kronkelend naast rechte lijnen. Genoeg plekken waar mensen willen wandelen. Dus niet alleen efficiënte fietssnelwegen, maar juist ook plekken waar je even wil afremmen en stilstaan. Of waar je durft te lopen zonder kaart en verdwalen. Ik hoop dat er toevalligheid is in Amsterdam in 2050, want ik denk dat er van toevalligheid creativiteit komt en daarmee een fijnere samenleving. Wat ik ook heel erg hoop is dat er een gemixte en gemengde bevolking rondloopt in Amsterdam, van jong tot oud en met verschillende achtergronden, die ook praten. En dat er dus ook verschillende soorten banen en activiteiten zijn in de stad en de mensen die dat verkondingen dat ook kunnen doen, dus ook leraren, politieagenten, brandweermannen, noem maar op. En dat er niet te veel robots zijn, dat hoop ik ook.

Adviezen aan de gemeente:

  • Draag actief en positief een duurzame toekomstvisie uit. Bijvoorbeeld door het faciliteren van ruimtes om te experimenteren met circulaire economie, zodat duurzaamheid toegankelijk en tastbaar wordt.
  • Zorg voor geïntegreerd groen in de stad waar mensen actief kunnen verblijven en wat de biodiversiteit in de stad verhoogt (dus geen kijkgras).
  • Geef ruimte aan plekken en ondernemers die willen innoveren op het gebied van circulaire economie. Zorg ook voor ruimtes in bestemmingsplannen, zodat je wijken niet al helemaal vastlegt en volbouwt, maar plekken open laat voor toekomstige innovaties.
  • Maak zichtbaarder waar de stad uit bestaat, wat de bouwstenen van een stad zijn en wat er allemaal doorheen stroomt. Maak mensen eigenaar van deze processen. Dat kan al simpel door ze tools te geven in het monitoren van eigen energie- en waterverbruik.
  • Zorg voor een stadsbrede toekomstvisie met ruimte is voor gebiedsspecifieke oplossingen.
  • Denk aan het combineren van functies en economische activiteiten, om een zo divers mogelijke stad te blijven, waar wonen en werken goed samengaan.
  • Zet in op collectief eigenaarschap en experimenteer met verschillende vormen.
Vrijdag 17 mei 2019, Springhouse, Centrum

Zeggenschap organiseren

Hoe werken we samen aan de toekomst van onze stad? En hoe zorgen we dat iedere Amsterdammer kan meepraten? Om deze vragen te beantwoorden, organiseerde het projectteam omgevingsvisie dit stadsgesprek samen met mensen van Ma.ak020: Nies Medema, Lenny Bijker en Sumadi Bambang Oetomo.

’Hoe gaan we samen de toekomst aan?’

Uitgangspunt voor Van Doorninck is dat Amsterdammers zeggenschap krijgen over hun woonomgeving. Maar hoe organiseer je dat proces? Het proces past nu vaak niet, terwijl het juist zo belangrijk is om mensen die zich voor hun stad inzetten, de ruimte te geven om mee te praten. Een eerste stap is naar de mensen toe gaan.

Over Ma.ak020

Het Maatschappelijk Akkoord Amsterdam (Ma.ak020) is een gezamenlijk opgestelde set afspraken, uitgangspunten en voorwaarden die Amsterdammers beter in staat stelt samen een duurzaam, inclusieve, gezonde, eerlijke, innovatieve en initiatiefrijke stad te maken. Dit wordt georganiseerd door een coalitie van acht bewonersinitiatieven en sociale ondernemers.

Een van de instrumenten zijn de Ma.aktafels. Aan tafel zitten mensen uit diverse organisaties, bedrijven en instellingen die:

  • knersende kwesties bespreken en een stap verder brengen
  • basisprincipes, voorwaarden en afspraken formuleren voor het Maatschappelijk Akkoord.

‘Voer minder discussie en meer dialoog’

Inspiratie voor de omgevingsvisie

Het stadsgesprek in mei 2019 was een oefening met twee Ma.aktafels als inspiratie voor de Omgevingsvisie 2050: over Inclusiviteit en Toegang tot netwerk & middelen.

Ma.aktafel Toegang tot netwerk & middelen

Gespreksleider: Lenny Bijker, netwerk Amsterdamse Helden

Deelnemers:

  • Oumaima Al Abdellaoui: scholiere, schrijfster van het boek Over Muren Heen
  • Rikko Voorberg: theoloog, dominee, schrijver, initiatiefnemer van o.a. We Gaan Ze Halen, Week van de Eenzaamheid
  • Andrea Dantuma: Advocate in strafrecht en actief bij netwerk Amsterdamse Helden
  • Antoine Deul: Directeur Spring House, directeur netwerk Slavernij Verleden.
  • Frank van den Beuken: projectmanager Omgevingsvisie, gemeente Amsterdam
  • Jeske Rutgers: actief bij IJburg Droomt, IJburg doet, kwartiermaker bij Project Z.
  • Marieke Kraan: fondsenwerver voor o.a. maatschappelijke buurtrestaurants
  • Maureen Koswal: theatermaker, stimuleert cultureel ondernemerschap onder jongeren
  • Ramon Dekkers: docent CMV HvA, initiatiefnemer dialoogtafel Keti Koti

Benut kracht van jongeren

Als je alle Amsterdammers uitnodigt om mee te denken over de toekomst van de stad? Hoe organiseer je dat? En zorg je dan dat jong en oud toegang krijgen tot relevante netwerken en middelen? Scholiere Oumaima Al Abdellaoui adviseert de gemeente sterk om bubbels te doorbreken. En mensen die niet vaak naar voren treden juist als spokesperson aan te wijzen. Zij benadrukt in dit verband de kracht van jonge mensen, zij zijn immers de toekomst. Wel hebben zij een duwtje in de rug nodig. Haar advies is dan ook: ga naar de scholen toe en leer jongeren hoe ze hun verhaal kunnen vertellen, welke invloed ze kunnen hebben en laat ze merken dat er naar ze geluisterd wordt.

Nieuwe rituelen

Theoloog Rikko Voorberg verkent in diverse projecten de grenzen tussen kunst en zingeving. Hij wil verbindingen leggen tussen de religieuze netwerken in de stad, en de grenzen tussen het seculiere en het profane verbreken. Daarbij merkt hij dat er is behoefte aan meer betekenisgeving en mensen op zoek zijn naar nieuwe rituelen zoals de Vrijheidsmaaltijd. Zijn advies aan de gemeente is: faciliteer dialoog tussen religieuze organisaties en faciliteer plekken voor zingeving en creativiteit.

Bruggen bouwen

Volgens advocate Andrea Dantuma doen veel kleine stichtingen goed werk, maar weten ze elkaar niet te vinden. Doordat ze hun verhalen niet goed kunnen vertellen, vinden ze ook de wegen naar netwerken, fondsen en middelen niet. Zij adviseert de gemeente om bruggen te bouwen tussen deze organisaties en de gelden beter te verdelen.

Inclusiviteit en duurzaamheid

Voor Antoine Deul, directeur van Spring House en het netwerk Slavernij Verleden zijn inclusiviteit en duurzaamheid de belangrijkste begrippen in het denken over de toekomst. Hij denkt dat het Atelier der Verbeelding een belangrijke rol kan vervullen, en de plek kan zijn om een nieuwe gemeenschappelijke taal te creëren. Hij heeft meerdere adviezen voor de gemeente: schuif aanbestedingsnormen van tafel, deze vormen een grote hindernis voor initiatieven. Stop met het kapen van ideeën van burgers en richt een nieuwe infrastructuur voor burgerinitiatieven in. Voer het basisinkomen in en stel een wethouder van Dromen & Visie aan.

Van kastje naar muur

Actief bewoonster Jeske Rutgers merkt dat het systeem van middelen verdelen niet werkt. Er zijn bij de gemeente te veel verschillende afdelingen, waardoor burgers van het kastje naar de muur worden gestuurd. Ook zij vindt, net als Oumaima Al Abdellaoui, belangrijk om jongeren in hun kracht te zetten.

Stimuleer en faciliteer

Marieke Kraan is fondsenwerver voor o.a. buurtrestaurants. Ook zij merkt dat kleine initiatieven moeite hebben met het vertellen van hun verhaal, en met een ingang vinden bij grote fondsen. Haar advies is: stimuleer ondernemerschap, en faciliteer meer openheid in regelgeving.

Eigen budgetten

Theatermaker Maureen Koswal pleit voor meer ruimte voor eigenheid. En voor meer zeggenschap door jongeren. Bijvoorbeeld door meer inspraak en eigen budgetten te geven.

Competenties jongeren

Docent Ramon Dekkers is initiatiefnemer van de dialoogtafel Keti Koti. Hij wil studenten opleiden om de dialoog over het slavernijverleden te kunnen voeren. Zijn voorstel is om een koppeling met het Atelier der Verbeelding te maken, met meertalige uitingen. En vooral om ook de competenties van jongeren te benutten.

Samenvattend

  • Leg verbindingen en creëer een gezamenlijke taal
  • Doorbreek de bubbels, zoek elkaar op, verbindt de generaties
  • Voer minder discussies en meer dialogen
  • Creëer gezamenlijke rituelen, sla bruggen tussen en buiten de religieuze organisaties.

Uitgangspunt:

  • Toegang tot netwerk & middelen voor alle Amsterdammers die iets voor hun stad willen doen

Voorwaarden:

  • Een open systeem van verdeling fondsen, meer gecentraliseerd, zonder aanbestedingsnormen

Afspraken:

  • Leidt kleine initiatieven op om hun verhaal te vertellen en geef hen toegang tot fondsen, doorbreek gevestigde structuren
  • Geef jongeren meer zeggenschap, doorbreek de bubbels, verbindt de generaties

‘Waardeer alle inzet gelijkwaardig’

Ma.aktafel Inclusiviteit

Gespreksleider: Sumadi Bambang Oetomo, regiegroep

Deelnemers:

  • Diny Ceelen van Cocratos
  • Sarita Bajnath van Socratisch.nl
  • Mireille de Ruiter, stadsdeel Oost (IJburg)
  • Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid
  • Sharog Heshmat Manesh, docent en onderzoeker HvA
  • Joris Wijnhoven, politiek assistent wethouder
  • Ezra Jansen Fawaka, ondernemer en student HvA
  • Saskia Guzman Morales, Startblok Riekerhaven
  • Roos van Rongen, student urban en regional planning

Eigenaarschap

Wat willen we voor stad zijn? En voor wie? Marieke van Doorninck, wethouder Ruimte & Duurzaamheid deelt haar zorgen over een groeiende tweedeling in de stad, het ontstaan van arme naast rijk wijken en het verlies van groen. De transitie naar klimaatneutraal is een zekere ontwikkeling, daarom is het belangrijk om te laten zien wat er al gebeurt. Maar niet iedereen voelt zich eigenaar van al deze ontwikkelingen, merkt Van Doorninck. Daarom wil zij Amsterdammers eerder in het proces betrekken. Zoals nu gebeurt met het opstellen van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050, en bij het maken van beleid. Thema aan deze tafel is de inclusieve stad.

Burgerschap en thuisgevoel

Belangrijk thema is burgerschap. Sharog Heshmat Manesh, docent en onderzoeker bij de HvA, houdt zich bezig met cultureel burgerschap. Hoe leiden we jongeren op tot de nieuwe generatie professionals in de stad? Hoe geven we vorm aan burgerschap? En wat is nodig om je thuis te voelen in de stad: ‘Sluit ik aan?’

Informele netwerken

Volgens Ezra Jansen Fawaka kun je inclusie organiseren aan de Keti Koti tafels. Roos van Rongen, student en community builder, schreef een scriptie over statushouders en hoe ze worden verwelkomd. Zij noemt Community Building Game als mogelijk middel. Saskia Guzman Morales is actief in Startblok Riekerhaven. Hier wonen 600 jongeren en statushouders naast elkaar. Zij gelooft in het bouwen van informele netwerken o.a. met de buurt.

Bevorderen samenredzaamheid

Mireille de Ruiter, stadsdeel Oost IJburg, stimuleert als community builder de verbinding tussen nieuwe bewoners en de bestaande buurt. Zij noemt als geslaagd voorbeeld hoe tegenstemmers als het ware zijn omarmd bij de komst van statushouders op IJburg. Diny Ceelen van Cocratos is initiatiefnemer van het project samenredzaamheid, en zet werkgelegenheidsprojecten op in duurzaamheid en energietransitie. Sarita Bajnath ontwierp de White Privilege Walk. Zij koppelt in haar werk systemische onderdrukking aan persoonlijke verhalen.

Samenvattend

Uitgangspunt
  • Ruimte voor alle Amsterdammers bij beleid en visieontwikkeling
Voorwaarden
  • Overlegvorm ontwikkelen die past bij stem geven aan alle Amsterdammers
  • Laagdrempelige, hyperlokale dialogen
  • Een overlegorgaan waarin alle partijen vertegenwoordigd zijn: dus overheid, burgers, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en bedrijven
Afspraken
  • Alle inzet gelijkwaardig waarderen
  • Ruimte in de vorm van geld of invloed organiseren als beloning voor input

Knersende kwesties

  • Aansluitingen gaan niet vanzelf
  • Ander wettelijk kader: processen bewonersinvloed moeten diepgaand veranderen
  • Platform: ondernemers, burgers, overheid, kennisinstellingen, socio-economische board
  • Wijkcoöperatie opzetten
  • Onbetaald werk, ook weer aan deze tafel, hoe doen we dat?
  • Jongeren willen wel betrokken zijn
  • Veilige omgeving vragen, we hebben nog geen podium
  • Allemaal individuelen die met de gemeente praten, willekeurig netwerk
  • Tussenruimte: socio-economic board
  • Roulerende groep mensen die daarin zetten
  • Vertrouwen terugkrijgen, door de privatisering
  • Good practice Samenredzaam: sleutelfiguren rondom de tafel met informele netwerken, training sleutelfiguren, zwerm, middelen stoppen, betaald inzetten
  • Processen financieren? Door wie?
  • Hoe kunne sociale stijgers blijven bijdragen?
  • Huurkorting als je actief betrokken bent in de buurt?

Basisprincipes maatschappelijk akkoord

Uitgangspunt: gelijke stemmen voor alle bewoners van de stad

Voorwaarden: investeren in proces (ook financieel)

Afspraken: Sleutelfiguren, backoffice regelen, verantwoordingsmechanismen, gebiedsteams meer zeggenschap geven

Praktische veranderingen opgeleverd
  • Hoe moeten we die gesprekken met de stad vormgeven
  • Betaling in geld, woonruimte en invloed
  • Wat heb je nodig om erbij te zijn?

Vrijdag 12 april 2019, Huis van de Wijk De Havelaar, West

Vrouwelijke stem

Het derde gesprek over de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 vond plaats met vrouwennetwerken in Amsterdam West. Volgens wethouder Marieke van Doorninck en stadsdeelvoorzitter Fenna Ulichki is het belangrijk om juist vrouwen te betrekken bij grote vragen als: wat voor stad willen we zijn? Hoe komt deze eruit te zien? Hoe werken we samen? Vrouwen zien en beleven de stad op een andere manier dan mannen die lange tijd hebben bepaald hoe de stad wordt ingericht. Nu is het tijd om een vrouwelijke stem te laten horen in gebiedsontwikkeling.

‘Een stad die goed is voor kinderen, is goed voor iedereen’

De vrouwen die deelnamen aan het gesprek vervullen belangrijke verbindende functies in de wijken waarin ze actief zijn. Door hen bij de Omgevingsvisie te betrekken, komen we erachter wat voor hen, en de groepen die zij vertegenwoordigen, belangrijke thema’s zijn die in de Omgevingsvisie aan bod moeten komen.

‘Hoe zou de stad eruitzien als zij door vrouwen werd ontworpen?’

Een leefbare stad

Welke thema’s vragen volgens vrouwen meer aandacht. Het gesprek leverde een eerste aanzet voor een leefbaar Amsterdam voor iedereen.

Groene en veilige buurten

Zorg voor voldoende groen waar kinderen veilig kunnen spelen. Realiseer kleinschalig groen in de buurt van huizen en voorzieningen. Kinderen moeten vaak te ver lopen om veilig te kunnen spelen. Er wordt steeds meer openbaar groen opgeofferd voor terrassen, waardoor de vrije speelruimte verdwijnt. Bovendien worden op deze terrassen dure producten verkocht die niet voor iedereen betaalbaar zijn. Ook de rattenoverlast is een probleem voor de veiligheid van kinderen.

Een stad die kan ademen

De stad mag in meer harmonie met de natuur worden ingericht. Het is belangrijk, zeker voor kinderen, om in contact te zijn met levend groen. Het zorgt ervoor dat de stad kan ‘ademen’.

Betaalbare woningen

Zorg ervoor dat onze kinderen betaalbare woonruimte kunnen vinden in de buurten waar ze zijn opgegroeid. Het is leuk dat buurten als Bos & Lommer en Osdorp worden opgeknapt, maar voor wie? Als onze kinderen geen woningen in de buurt kunnen vinden van waar ze zijn opgegroeid, verliezen zij de verbinding met het thuishonk en hun buurt. De buurt, het sociale netwerk, vormt voor hen een vangnet.

Goedkoop of gratis OV

Bied een passende oplossing voor het parkeerprobleem. Veel mensen zijn nog afhankelijk van de auto. Zorg ervoor dat er voor hen goedkoop of gratis OV is.

‘Wij vrouwen zorgen voor verbinding en sociale cohesie in de buurt’

Binding met buurt en buren

Zorg dat je oude bewoners in de buurten houdt en nieuwe bewoners stimuleert om zich aan hun nieuwe buurt te verbinden. Nieuwe bewoners in West zijn zo druk met hun werkzaamheden, dat ze geen tijd hebben om naar een buurtbarbecue te komen of hun buren te leren kennen. Het is belangrijk om de sociale cohesie in de buurten te stimuleren, zodat verschillende groepen elkaar vinden en begrijpen.

Alternatieve ontmoetingsplekken

Zorg dat er ontmoetingsplekken komen waar mensen elkaar kunnen vinden. De buurthuizen zijn niet voor iedereen toegankelijk en hebben een sterk ‘stadspasimago’. Veel vrouwen uit West voelen zich er niet welkom en hebben behoefte aan alternatieve plekken.

Toegankelijk voor iedereen

Terugkerend geluid tijdens gesprek: de stad groeit en verandert, buurten veranderen. Dit wordt als positief ervaren, want de leefomgeving wordt netter, mooier en veiliger. Maar de veranderingen brengen ook onzekerheden. Met de bouw van veel nieuwe gebouwen wordt het drukker en verdwijnt er veel openheid en groen. En zijn de buurten ook in de toekomst nog plekken van en voor de huidige bewoners?  Is er nog plek voor hen en hun kinderen? De stad wordt duurder en daarmee minder toegankelijk.

‘Een vrouw heeft meer oog voor de details die nodig zijn om een stad leefbaar te maken’

Het vervolg

De leden van deze vrouwennetwerken zijn enthousiast en gaan graag in gesprek om de aangestipte onderwerpen verder uit te diepen. Er is afgesproken om workshops te organiseren waarbij vrouwen concreet met het ontwerpen van hun stad aan de slag gaan. De deelneemsters nemen voor deze workshop elk meer vrouwen mee. Naar aanleiding van dit Stadsgesprek is tijdens het WeMakeTheCity-festival het WomenMakeTheCity-event georganiseerd (in juni 2019). Nu loopt er een langdurig WomenMakeTheCity-programma gekoppeld aan het maakproces van de Omgevingsvisie.

Deelnemers 3e stadsgesprek

Namens de gemeente:

  • Marieke van Doorninck (Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling & Duurzaamheid)
  • Fenna Ulichki Boudchourt (Stadsdeelvoorzitter West)
  • Enno Ebels (teamleider Team Stad, Ruimte & Duurzaamheid)
  • Max Smit (planoloog, Ruimte & Duurzaamheid)
  • Marthe Singelenberg (antropoloog, WomenMakeTheCity)
  • Noortje Malmberg (beleidsadviseur sociaal domein Amsterdam West)

Namens de vrouwennetwerken:

  • Saadia Charaf
  • Khetam el Hankouri
  • Camelia Contreras
  • Rabia Batoun
  • Khadija Alami
  • Sharon Winter
  • Nustaida