WomenMakeTheCity Noord

Maandag 25 mei 2020, digitaal

Op een warme lenteavond verzamelt een groep vrouwelijke bewoners van het Amsterdamse stadsdeel Noord zich in een digitale bijeenkomst van Pakhuis De Zwijger. WomenMakeTheCity gaat met deze bewoners in gesprek om erachter te komen welke perspectieven de gemeente mist. Theaterpedagoog Bea van den Berg verzorgt de presentatie en aan tafel schuiven planoloog Simcha Goudsmit, Senior Hoofdontwerper Ruimte en Duurzaamheid voor Stadsdeel Noord, Aafke Post en WomenMakeTheCity projectleider Marthe Singelenberg.

Goudsmit is planoloog voor de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en vertelt over hoe deze visie de plannen omvat voor wat er de komende 30 jaar in de fysieke leefomgeving van Amsterdam zal gebeuren. Aafke Post vult aan dat Noord speciaal een ontwikkelgebied is binnen deze Omgevingsvisie. Het stadsdeel gaat de komende 30 jaar namelijk van 104.000 naar 140.000 inwoners, en van 43.000 naar 55.000 arbeidsplaatsen. Noord is een heel groen en landschappelijk stadsdeel, maar hoe behoud je dat bij de ontwikkeling van Noord? Dat is waar het team van Post zich mee bezighoudt. Daarnaast proberen ze te zorgen dat het geld dat binnenkomt via de nieuwe projecten kan doorstromen naar andere delen van Noord, zodat het hele stadsdeel er baat bij heeft.

Voor de groenvisie hebben ze veel verhalen opgehaald van de bewoners, want ze wilden weten wat de Noorderlingen belangrijk vinden aan groen in Noord. Post stelt ook dat er op andere vlakken sinds 2015 steeds meer bewoners worden bevraagd en er veel gelegenheden voor informatieverschaffing en inspraak worden georganiseerd . Later op de avond blijkt echter dat de aanwezige bewoners niet overtuigd zijn van de toegankelijkheid en realiteit van deze inspraak.

Om te horen wat de bewoners belangrijk vinden met oog op de ontwikkelingen in Noord, splitsen de deelnemers van de avond op in drie groepen om het over verschillende waarden te hebben. Dit wordt gedaan aan de hand van de Just City Index: een systeem ontworpen door Dr. Toni Griffin waarmee gemeten kan worden wat een rechtvaardige stad is. De index vormt een kader om te bespreken welke waarden we in een stad het meest belangrijk vinden en het vormt een manier om uit te denken hoe die waarden dan in de praktijk tot uiting kunnen worden gebracht.

De gesprekken in de drie groepen worden elk begeleid door een lid van de negenkoppige WomenMakeTheCity Vrouwenadviesraad. Groep één heeft het onder leiding van projectmanager en WomenMakeTheCity kernteamlid Ria Braaf-Fränkel over de waarden Betrokkenheid en Acceptatie. Groep twee bediscussieert samen met schrijver en buurtcoördinator Kirsten Zimmerman Democratie en Aspiratie. Tegelijkertijd gaan in groep drie bewoners onder hoede van projectleider en organizer Christa van Geffen over Welvaart en Eerlijkheid in gesprek.

In de verschillende werkgroepen werden aanvankelijk verschillende waarden besproken. Toch is er veel overlap in de onderwerpen die naar boven komen. De sociale en financiële kloof tussen oude bewoners en nieuwkomers wordt veel genoemd, net als het verdwijnen van het oude karakter en de oude voorzieningen van het stadsdeel. Er komt veel frustratie naar boven over het gebrek aan échte inspraak en invloed voor bewoners. De deelnemers hebben een groot hart voor Noord, maar veel zorgen over ontwikkelingen van bovenaf die de identiteit van het stadsdeel en de autonomie van de bewoners (zullen) schaden.

Inspraak & participatie

Schijninspraak

In alle gesprekken worden er zorgen uitgesproken over in hoeverre de inspraakmogelijkheden die er zijn ook écht zijn. ‘Een van de grootste problemen is dat ze doen alsof er inspraak is’. ‘Participatie is een vals begrip geworden’. Ook luidt er kritiek op het gebrek aan transparantie vanuit de gemeente. Er wordt door velen geconcludeerd dat de ‘inspraak’ die geboden wordt in het stadsdeel vaak niet serieus te nemen is. ‘Er is dan wel een inspraakavond, maar dat is soms meer voor de vorm. Want de plannen liggen dan al klaar. Terwijl het wel belangrijk is dat als je kan meepraten dat er dan ook wel echt geluisterd wordt. Dat het niet alleen een hokje aftikken is’.  Deze kritiek op het gebruik van de gemeente om bijvoorbeeld drie scenario’s voor te leggen aan bewoners om vaak alsnog voor degene met de voorkeur van de gemeente zelf te gaan, wordt breed gedeeld. Dit zou moeten veranderen in processen waarin burgers zelf de scenario’s kunnen ontwikkelen. ‘De gemeente moet gaan leren om niet vanuit het systeem te denken, maar vanuit de buurt. Andersom denken, van onderop’. Misschien kan het dan veranderen dat ‘Heel Noord (…) echt lacherig over inspraakavonden [doet]. De gemeente doet alsof, maar niemand heeft het idee dat je ook echt inspraak hebt’ .

Laagdrempelig & transparant

Waar deelnemers die zich al jaren inzetten voor hun buurt gedesillusioneerd zijn door de inspraakmogelijkheden, ervaren deelnemers die relatief nieuw in de buurt zijn vooral een gebrek aan informatie en laagdrempelige manieren van betrokken worden bij de buurt. ‘Ik heb wel meer meningen over de buurt dan ik nu kwijt kan, en heb wel behoefte aan meer meepraten over inrichting van publieke ruimte, dat er niet zomaar bomen worden omgehakt. Natuurbehoud is belangrijk, juist als je een kwart meer woningen wil gaan bouwen’. Er wordt opgemerkt dat ´een klein gebaar, zoals een brief, zoals je die krijgt als je straat opgebroken wordt, al zo’n verschil kan maken’. Maar dan moet je vervolgens ook laagdrempelig in staat zijn jezelf daarbij te betrekken zonder dat het nodig is een heel bezwaarschrift in te dienen. ‘Als je wilt dat mensen meepraten en beslissen en werken, dan moet je het wel makkelijk maken’. Er wordt ruimte voor verbetering gezien wat betreft het informeren van bewoners over de plannen, zowel via reguliere post en digitale kanalen als informatieavonden.

Inspraakongelijkheid

Toch lijkt er voor deze nieuwe bewoners iets meer hoop te zijn wat betreft hun inspraak als ze de weg naar de avonden eenmaal hebben gevonden. Er wordt namelijk door de ervaren Noorderlingen geconcludeerd dat er inspraakongelijkheid heerst. ‘Er is grote ongelijkheid tussen burgers in Noord, tussen mensen die wel en geen inspraak hebben. En deze laatste zijn toevallig de armere, de buitenlandse en de oorspronkelijke bewoners. Zij worden overruled door de goedgebekte, hoogopgeleide en witte mensen’. ‘Het is makkelijker voor hoogopgeleiden om in gesprek te gaan met bijvoorbeeld Ymere’. Ook wordt er opgemerkt dat het voor de ongedocumenteerden in Noord al helemaal weinig wordt gefaciliteerd om mee te praten over hun omgeving.

Middelen voor buurtinitiatieven

Naast gesprekken over inspraak, gaat het veel over de toegankelijkheid van middelen voor het organiseren van buurtinitatieven. De klacht klinkt vaak dat het voor bewoners erg moeilijk is om hun eigen projecten gesubsidieerd te krijgen. ‘Je moet zoveel verantwoording en werk leveren om subsidiewaardig te zijn. Het is bijna onbegonnen werk’. Er wordt opgemerkt dat er op deze manier alleen middelen en mogelijkheden zijn voor hoogopgeleide witte mensen die de taal spreken en gestudeerd hebben. ‘Voor subsidietoekenning moeten er eisen worden gesteld die voor óns behapbaar zijn in plaats van alleen voor mensen die ervoor hebben gestudeerd’ of als ze dan zo’n ingewikkeld systeem willen moeten ze mensen beschikbaar stellen om te helpen met de aanvraag.  Het wordt zonde gevonden dat op deze manier de mensen met de minste middelen die zich toch heel hard inzetten voor de buurt niet ondersteund worden. ‘De gemeente moet zorgen dat ze initiatieven van onderop, bewonersinitiatieven, niet belemmeren. Je moet ze juist voldoende kans geven en faciliteren’.

Oud en nieuw

Een ander veelbesproken onderwerp is de verdeling van Noord in oude en nieuwe Noorderlingen en oude en nieuwe woningen en voorzieningen. De aanwas in Noord van nieuwe bewoners die opvallend veel welvarender zijn dan de oude is niet onopgemerkt gebleven. Er zijn zorgen over het gebrek aan integratie, het verdwijnen van betaalbare plekken voor de langwoners, het gebrek aan investeringen in de huizen en levens van de langwoners en algehele gentrificatie.

Sociale binding

Veel deelnemers ervaren een grote kloof tussen de oude en nieuwe bewoners, en zouden graag meer verbinding zien tussen de groepen. Toch lijken de veranderingen in het stadsdeel niet op de beste manier te zijn begonnen: ‘De nieuwkomers komen hier met veel kansen, zijn vaak hoogopgeleid, goede banen, goede financiële situatie. Maar ze doen vaak alsof het hier een pioniersgebied is, en dat is het niet. Dit is een oud, oud gebied. Er zit hier veel kennis, veel wijsheid, er zijn veel verhalen, er is hier heel veel geschiedenis’. ‘De oorspronkelijke groep bewoners voelen zich niet meer thuis in noord’. Toch is er hoop dat als de buurten maar genoeg gemengd worden en betrokkenheid wordt gestimuleerd, het goed kan komen. ‘Betrokkenheid in de buurt is belangrijk! Daardoor is het multiculturele leven ook makkelijker, als je heel menselijk wordt aangesproken in je buurt. Dat het dan niet meer gaat over wat je achtergrond is, of wat voor werk je doet, maar dat je gewoon allemaal die straat deelt’.

Ook wordt het delen van verhalen gezien als oplossing van de verdeling: ‘De nieuwkomers zijn hier welkom, maar zolang ik hun verhaal niet ken zijn het vreemden. De verbanden zijn er niet omdat we elkaars verhalen niet kennen. We hebben geen plekken waar dat geïnitieerd wordt en waar daar ruimte voor is, en dan ken je elkaars geschiedenis niet’.  Om die reden worden er initiatieven als een verhalenroute en buurtfeesten geopperd als broodnodige middelen om de kloof te dichten. ‘We zouden een hele route in Noord kunnen uitstippelen waarbij je geïnteresseerden en nieuwkomers helemaal langs de geschiedenis van Noord en alle prachtige interessante plekken die we hebben kan rondleiden’. Of ‘grote festivals met grote tafels, waar iedereen eten en muziek uit verschillende culturen kan meenemen. Plekken waar mensen open naar toe kunnen gaan zonder een duur kaartje te hoeven kopen, waar veel ruimte is voor muziek en creativiteit, en datiedereen bij elkaar aan tafel durft te schuiven en met elkaar in gesprek kan gaan’.

Daarnaast wordt het belang van goede en toegankelijke buurtcentra onderstreept. ‘Er moeten gemeenschappelijke ruimtes worden gecreëerd’,  plekken waar  bewoners bij elkaar kunnen komen en die toegankelijk zijn ‘voor beiden kansarme en kansrijke Noorderlingen. Daar kunnen wij als Noorderlingen verbinding maken tussen de twee verschillende doelgroepen in het stadsdeel’.

Wonen

Toch zijn alle deelnemers het erover eens dat er meer dan gedeelde verhalen en buurtfeesten nodig is om een gemengd en rechtvaardig Noord te creëren. Gemengde woonwijken worden cruciaal bevonden om segregatie en onrechtvaardigheid tegen te gaan, en woningbouwverenigingen en beleidsmakers moeten daar hun verantwoordelijkheid in nemen aangezien zij degenen zijn die de touwtjes in handen hebben.

‘Woningbouwverenigingen moeten bij nieuwe bouw zorgen dat mensen met minder inkomen en rijke mensen bij elkaar in de buurt komen, zodat iedereen aanvulling kan geven aan de ander’.

Op dit moment zijn er duidelijk te weinig betaalbare woningen in het stadsdeel: ‘er is geen diversiteit als het gaat om nieuwbouw, mensen met lagere inkomens maken geen enkele kans’. Dat moet veranderen. Ook wordt er gepleit voor sociale koopwoningen, zodat ook minder vermogende mensen de kans krijgen eigenaar van hun plek te zijn en iets op te bouwen. Sociale koopwoningen ‘met een antispeculatie regel, dat je het niet voor extra veel geld mag verkopen, dat het geen beleggingsobject mag zijn en dat je er echt moet wonen.’ Zoals vroeger met het premiewoning systeem.

Het oude Noord

Naast de zorgen over beschikbare betaalbare woonruimte, zijn er zorgen over het verdwijnen van het oude Noord, met haar onaangeharktheid en bijzondere plekken. Deelnemers hebben veel karakteristieke en waardevolle dingen zien verdwijnen de afgelopen jaren, en zien met lede ogen aan hoe de gentrificatie om zich heen grijpt: ‘Noord is een arm stadsdeel, en nu worden er heel veel rijken geïmporteerd, en er wordt dan ook op de rijke, witte, leefstijl geënt. Alle nieuwe dingen zijn van een leefstijl die helemaal niet bij Noord past’.

Tegelijkertijd verdwijnen er allerlei voorzieningen waar de oude bewoners gebruik van maakten. De kleine en tweedehands winkeltjes in de Van der Pekbuurt worden genoemd, de werkruimtes onder de bogen, culturele instellingen als De Ruimte die binnenkort moet vertrekken. ‘Oud Noord moet ook speelruimte krijgen, er is toch wel een paar vierkante meter over voor mensen die het minder breed hebben? (…) Werkruimte en creatieve ruimte, zonder dat het heel veel kost?

Ook wordt gesteld dat de ‘rafelrandjes’ van Noord niet mogen verdwijnen. ‘De Noorder IJplas wordt ingericht als woongebied, maar er moeten stukjes blijven waar je nog aan kan klooien’. Er moeten plekken blijven waar je mag falen, waar je je gang kan gaan. ‘Dat soort plekken zijn nodig om lucht te geven aan de stad’.

Bewoners willen inspraak in ‘hoe er wordt omgegaan met culturele instellingen zoals bijvoorbeeld een podium of een bioscoop of andere culturele plekken waar mensen kunnen samenkomen’ om zo weerstand te kunnen bieden tegen ‘investeerders die allerlei hippe dingen willen organiseren en hotels willen bouwen, met als risico dat het vooral interessant wordt voor rijke dagjesmensen. Het zou jammer zijn als er voor de echte Noorderlingen geen dingen overblijven om te doen’.

Verdeling van de nieuwe welvaart

Met de import van investeringen en welvaart komen ook nieuwe kansen. Die moeten dan alleen wel gegrepen worden. Er wordt veel gesproken over de noodzaak om de investeringen die met de nieuwkomers en de nieuwbouw komen eerlijk te verdelen, en te zorgen dat de armste mensen en delen van het stadsdeel ook profiteren van deze ontwikkelingen. ‘In armere buurten zoals Banne Noord zitten sociale huur en mensen waar niet in is geïnvesteerd. Die mensen nemen ook niet deel in de welvaart die nu naar Noord is gekomen’. ‘Hoe gaan we de welvaart op een eerlijke manier verdelen in Noord? Hoe gaan we zorgen dat oud-Noord ook meedeelt in de exponentiële groei van Noord?’. Hoewel er door de gentrificatie werkgelegenheid verdwijnt doordat de kleine buurtzaakjes verdwijnen, lijkt er niet veel voor in de plaats te komen: ‘Er zijn nu ondernemers die in Noord komen omdat het hot is, maar ze hebben geen werknemers uit Noord in dienst. Er zou een opdracht verbonden moeten worden aan bedrijven die hier geld komen verdienen om iets maatschappelijks te doen voor het gebied, zoals werkgelegenheid bieden’. 

Naast de zorgen over gelijke verdeling van welvaart binnen buurten zelf, zijn er ook zorgen over gelijke verdeling over het hele stadsdeel, en mogelijke kloofvorming tussen verschillende buurten. ‘Buurten die al bestaan moeten geïntegreerd worden met de buurten die gebouwd worden. De mensen die er al wonen en de nieuwe wijken moeten samen opleven’. Scholen zouden hier een belangrijke rol in kunnen spelen, maar alleen als er actief wordt gezorgd dat er geen witte en zwarte scholen ontstaan, alle scholen voor iedereen toegankelijk  zijn en nieuwkomers met kinderen deze ook naar de al bestaande scholen in de buurt brengen.

Duurzaam & menselijk

Wat er verder ook gebeurt, de deelnemers zijn het erover heen dat het groene karakter van Noord moet blijven en dat een rechtvaardig stadsdeel sowieso een duurzaam stadsdeel is. Er wordt opgemerkt dat er in Buiksloterham weinig groen is, en vooral uit beton, zand en wegen bestaat. ‘Er moet meer groen op plekken waar nu geen groen is’. Dat past ook precies in de overtuiging dat geld niet zou moeten dicteren wat er in het stadsdeel gebeurt ‘het zou voor Noord heel jammer zijn als het geld het zwaarste gaat wegen en de menselijke maat verdwijnt’. ‘Het is afstappen van het idee dat groei oneindig is, want er zijn belangrijkere dingen dan geld.’  

Sjaan Flikweert, spoken word artist, was de hele avond ook aanwezig. Vooraf gaf ze de passende woorden mee: ‘geld is macht, maar het gevoel ergens thuis te horen is machtiger’. En zo passend als ze de avond inluidde, sloot ze de avond ook af. Als deel van een prachtig samenvattend stuk droeg ze voor:

Renoveren vraagt om Evalueren. Wat houden we en wat doen we weg. Is het mogelijk om ooit echt iets uit een buurt te renoveren? Ademen de stenen niet een herinnering, maken ze geen geluid? (…) Dochters zullen het zien, zullen het geluid horen, het geluid, het geluid van deze vrouwen, hoe ze de ruimte innemen, die niet vanzelfsprekend wordt gegeven.

De adviezen die vrouwen van Noord samen met de Vrouwenadviesraad meegeven aan de Omgevingsvisie:

  1. Zorg voor gemengd wonen op blok- of zelfs portiekniveau, met genoeg betaalbare woningen per blok (inclusief sociale koopwoningen). Dit zorgt ervoor dat mensen van verschillende klassen en achtergronden door elkaar wonen en er een meer verbonden en sterker Noord ontstaat.
  2. Richt bewonersraden op die beslissingsmacht hebben, onder andere over buurtbudgetten.
  3. Stel sociale eisen aan (nieuwe) ondernemers. Ondernemers, evenementen en bedrijven die willen meeliften op de populariteit van Noord moeten ook iets teruggeven aan het stadsdeel, zodat er sprake is van wederkerigheid. Denk aan arbeidsplekken voor Noorderlingen en kortingsregelingen voor buurtbewoners.
  4. Faciliteer en bescherm kleine, lokale en ‘oude’ ondernemers.
  5. Bewaar het groene karakter van Noord: geen grootschalige bomenkap en behoud van natuurgebieden.
  6. Maak ruimte voor niet-commerciële, creatieve en openbare ruimtes die voor iedereen toegankelijk zijn. Broedplaatsen en vrije ruimte voor experiment horen bij Noord.
  7. Zorg voor meer transparantie in de communicatie naar bewoners toe. Er wordt nu vaak te laat en gebrekkig geïnformeerd en dit kan beter door middel van meer directe communicatie via post en email. Maak de informatie over plannen, beslissingen en geldstromen toegankelijker.
  8. Maak het aanvragen van subsidies en het verkrijgen van buurtbudgetten makkelijker en toegankelijker. Bied laagdrempelige hulp bij het opstellen van aanvragen aan mensen die daar behoefte aan hebben.
  9. Zet in op sociale binding tussen oud & nieuw en arm & rijk. Bijvoorbeeld door gemengd wonen en door het creëren van ontmoetingsplekken en het organiseren van activiteiten