Collectieve intelligentie

Vrijdag 14 december 2018 - De VerbroederIJ, Amsterdam Noord 

Aanzet Startnotitie Omgevingsvisie

Vrijdag 14 december 2018 vond het eerste stadsgesprek plaats over wat voor stad we willen zijn in 2050. Aanzet voor de concept-Startnotitie Omgevingsvisie en een eerste stap op weg naar de Omgevingsvisie Amsterdam 2050.

De startnotitie Omgevingsvisie beschrijft waarom het ontwikkelen van een Omgevingsvisie nodig is. En het is een uitnodiging aan alle Amsterdammers om in gesprek te gaan over de toekomst van de stad. Over wat we als stad belangrijk vinden? Waar ruimte is voor ontwikkeling? En hoe we samenwerken aan de toekomst van de stad en zijn omgeving? Op basis hiervan geeft Amsterdam vorm aan de toekomst. En hoe we daar nu al op in kunnen spelen.

Dit verslag is een samenvatting van de lessen uit het eerste stadsgesprek met als thema: collectieve intelligentie, ofwel gezamenlijke wijsheid. Deelnemers zijn wethouder, ambtenaren en professionals die beroepshalve werken aan, onderzoek doen naar of publiceren over stadmaken. Na dit eerste stadsgesprek volgen nog vele sessies en gesprekken met diverse partijen in de stad. De bedoeling is dat de Omgevingsvisie halverwege 2021 klaar is en door de gemeenteraad kan worden vastgesteld.

Samen het gesprek aangaan

Het is nooit af, het gesprek over de toekomst van de stad. Dit is een van de constateringen op deze dag. De vraag die aan dit stadsgesprek ten grondslag ligt gaat immers nadrukkelijk over wat voor stad we willen worden. Een continu proces dus. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat alle Amsterdammers zeggenschap hebben, het gaat over hún stad en toekomst. Daarom doen we dit samen.

De belangrijkste lessen wat we ermee hebben gedaan

Hieronder noemen we de belangrijkste noties die tijdens het stadsgesprek aan de orde kwamen, en hoe deze zijn verwerkt in de Startnotitie Omgevingsvisie.

Les 1: Benut de vormvrijheid

De omgevingsvisie is vormvrij. Benut dat. Het document dat uiteindelijk door de gemeenteraad vastgesteld wordt, kan heel compact zijn (de notulen, afspraken met een nietje erdoor). Terwijl het traject een rijkdom aan producten en verbeelding kan opleveren.

In Startnotitie opgenomen als: beeldend en toegankelijk

Pagina 23 – doelen van de omgevingsvisie: ‘De Omgevingswet geeft veel mogelijkheden qua vorm van de omgevingsvisie. Dat betekent dat Amsterdam 2050 geen traditioneel planologisch-juridisch product hoeft ze worden, of zelfs de vorm van een boekwerk hoeft te krijgen. Het kan gaan om een stuk of meerdere deelproducten, die in vorm en media verschillen. Amsterdam 2050 moet in ieder geval een beeldend en toegankelijk product worden, dat een verbinding legt tussen de systeemwereld en de leefwereld.’

Les 2: Aansluiten bij wat gaande is

Sluit expliciet aan bij het gesprek over de toekomst van Amsterdam dat al gaande is. Dat is misschien wel stap één: door te laten zien hoe collectieven, groot en klein, nu al bezig zijn met de toekomt van Amsterdam. Het traject Omgevingsvisie Amsterdam haakt daarop aan, levert input en stelt vragen. Dat kan ook door langs te gaan bij deze partijen en initiatieven en twee vragen te stellen:

1) Hoe kunnen we met een toekomstvisie jullie helpen?

2) En hoe kunnen jullie ons helpen met kwesties waar de gemeente mee zit of op zich af ziet komen?

In Startnotitie opgenomen als: meerwaarde stedelijk spoor

Pagina 29 – Mapping Speelveld: ‘Het is duidelijk dat we voor het stedelijk spoor kunnen putten uit een keur aan initiatieven (rijp en groen) en publieke platforms (informeel en institutioneel) die zich op allerlei manieren met de (toekomst van de) stad bezighouden. Een eerste stap is het in kaart brengen van al deze spelers. In persoonlijke gesprekken wordt nagegaan waar deze spelers zich op richten en wat er voor hen op de agenda staat. Uiteindelijk moet uit de mapping naar voren komen waar de meerwaarde ligt van het stedelijk spoor ten opzichte van het bestaande ecosysteem rondom stadmaken in Amsterdam.’

Les 3: Waarden in de praktijk

Het is goed om waarden te benoemen die je als gemeente Amsterdam belangrijk vindt, en die je als leidraad meegeeft voor meervoudige waardecreatie. Maar bevraag ook in hoeverre die waarden nu in de praktijk gebruikt of gevoeld worden. Bij een eerste set van publieke waarden gaan we uit van de drie deugden die na de Tweede Wereldoorlog op het wapen van Amsterdam zijn toegevoegd: Heldhaftig, barmhartig en vastberaden

In Startnotitie opgenomen als: uitdagingen en dilemma’s

Pagina 17 – Sturen op waarden: ‘Deze waarden staan nog open voor discussie, net als de wijze waarop we er invulling aan kunnen geven. Wel bieden ze een goede blik op de uitdagingen en dilemma’s waar we als stad en regio voor staan.’

Les 4: Kritische adviesraad

Hoe houden we ons als ambtenaren scherp? Hoe houden we vast aan onze streefwaarden? Hoe voorkomen we dat stress, haast, onzorgvuldigheid en de waan van de dag gaan regeren? Organiseer een kritische adviesraad of waakhond omwille van reflectie, en het in gaten houden van de waarden. 

In Startnotitie opgenomen als: recht doen aan diversiteit

Pagina 41 – Adviesraad OVA2050: ‘De Adviesraad OVA2050 zal ons gevraagd en ongevraagd advies geven. Een dergelijke raad bestaat uit betrokken stadsmakers, denkers en doeners die thuis zijn op het gebied van verschillende disciplines. Denk aan gebiedsontwikkeling, innovatief en lerend werken, inclusiviteit en creatieve maakprocessen. De samenstelling van de raad zal recht doen aan de diversiteit van de stad Amsterdam.’

Les 5: Nieuwe samenwerking

Laat de totstandkoming van de Omgevingsvisie ook vormend zijn voor een hernieuwd samenspel tussen overheid, maatschappij en bedrijfsleven. Hoe verhouden we ons tot elkaar? Hoe gaan we met elkaar stadmaken? Werk toe naar een nieuw soort contract.

In Startnotitie opgenomen als: stadmaken collectief proces

Pagina 15 – Vernieuwing in het samen werken aan de toekomst van de stad: In de Startnotitie stellen we hierbij 3 begrippen centraal: collectieve intelligentie, zeggenschap en publieke waarden.

Deelnemers aan dit stadsgesprek:

  • Marieke van Doorninck (Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling & Duurzaamheid)
  • Frans Soeterbroek (publicist, oprichter adviesbureau De Ruimtemaker)
  • Egbert Franssen (initiatiefnemer en directeur van Pakhuis de Zwijger)
  • Joris Wijnhoven (politiek assistent wethouder Van Doorninck)
  • Sandra Bos (opleidingsmanager Urban Management en docent, doet onderzoek naar commoning of the city)
  • Bas Kok (publicist, auteur Oerknal aan het IJ)
  • Wouter Veldhuis (stedenbouwkundige, architect en directeur van MUST, lid Stad-Forum)
  • Rita Ouédraogo (Research Programmer and (Community) Collaboration officer)
  • Peter Pelzer (planoloog Urban Futures Studio, Universiteit Utrecht)
  • Lorien Beijaert (Mede-oprichter Studio LA, docent aan de Gerrit Rietveldacademie)
  • Esther Agricola (directeur Ruimte & Duurzaamheid)
  • Frank van den Beuken (omgevingsvisiemanager Ruimte & Duurzaamheid)
  • Max Smit (planoloog Ruimte & Duurzaamheid)
Deelnemers aan stadsgesprek