Na de bevrijding wordt de wederopbouw en de uitbreiding van de stad voortvarend ter hand genomen

Vanaf 1951 wordt de uitvoering van het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1934 voortgezet. In tuinstad Slotermeer bouwen woningbouwverenigingen sober en seriematig woningen. Er ontstaat een mix van portiekflats en rijtjeswoningen. De nieuwe wijk wordt opgehoogd met zand uit de Slotermeerpolder. De plas die als gevolg hiervan ontstaat vormt het middelpunt van een grote groene long middenin de westelijke stadsuitbreiding.

Na Slotermeer volgen in rap tempo de tuinsteden Geuzenveld, Overtoomse Veld, Slotervaart en Osdorp. Als uitbreiding van Zuid verrijst Buitenveldert. Deze wijk is bedoeld als woonplek voor de hogere middenklasse. Goed wonen staat centraal in de nieuwe wijken. Architecten experimenteren met nieuwe woningplattegronden. EfficiĆ«ntie staat voorop. Voor bijna alles zijn minimumvereisten bepaald, van de hoogte en lengte van het aanrecht tot de omvang van kinderkamers en balkons. 

In de oude binnenstad wordt het planologisch middel van het wederopbouwplan ingezet om buurten te vernieuwen. Dat gebeurt in eerste instantie vooral aan de oostzijde van het centrum. De holocaust heeft tienduizenden joodse stadsgenoten het leven gekost. Het wegvoeren van bewoners van de joodse wijk rond het Waterlooplein en het slopen van panden voor brandhout in de hongerwinter heeft dit stuk stad verweesd en verwaarloosd achtergelaten. Restauratie wordt niet serieus overwogen. Stadsplanners zien juist kansen voor radicale vernieuwing. De Weesperstraat en Valkenburgerstraat worden verbreed tot verkeersaders. Er wordt plek gemaakt voor grootstedelijke voorzieningen, waaronder de universiteit en gemeentelijke kantoren.

Slotermeer is de eerste van vier nieuwe tuinsteden in Nieuw-West