Amsterdam behoort tot de meest succesvolle Europese metropolen, de aantrekkelijkheid staat echter onder druk

Stadsbreed wordt de noodzaak gevoeld grip te krijgen op de ontwikkeling van de stad. In het maatschappelijk debat zijn ruimtelijke vraagstukken in korte tijd centraal komen te staan. Hoe houden we het wonen in de stad betaalbaar? Hoe behouden we voldoende ruimte voor ambachtelijke bedrijvigheid? Hoe zorgen we dat de autoluwe stad bereikbaar blijft? Hoe geven we vorm aan de energietransitie en de circulaire economie? Hoe behoudt Amsterdam zijn groene kwaliteit? Hoe gaan we om met een veranderend klimaat? Hoe ziet de stad van de 21e eeuw er eigenlijk uit?

Het zoeken naar antwoorden op deze vragen dwingt om buiten de kaders te denken. Door de tijd heen verandert de manier waarop we aan de stad bouwen voortdurend. Richting 2050 ligt de opgave om de ontwikkeling van Amsterdam meer te bezien op regionale schaal, om na te denken over de manier waarop we de ruimtelijke kwaliteit van de stad borgen, hoe we plek vinden voor maatschappelijke voorzieningen en vrije ruimte behouden. Bovendien willen we veel meer dan voorheen samen met de burger bouwen aan de stad. Daar hoort een zoektocht naar andere vormen van waardecreatie bij.

Met de knip op de Munt wordt een belangrijke stap gezet in het autoluw maken van de binnenstad