Vrouwenadviesraad – Drie verstedelijkingsvarianten

Maandag 25 november 2019, Atelier der Verbinding, Centrum

De Vrouwenadviesraad WomenMakeTheCity is een initiatief van wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Marieke van Doorninck om te zorgen dat vrouwen een duidelijke stem krijgen in het bouwen aan de toekomst van Amsterdam.

‘We moeten hoe dan ook keuzes maken’

150.000 extra woningen nodig

Amsterdam staat voor een stevige woningbouwopgave en zoekt naar ruimte. Maar wat voor een stad willen wij zijn? Deze bijeenkomst met de Vrouwenadviesraad, staat in het teken van drie verstedelijkingsvarianten. Welke ideeën zijn er over de verschillende manieren van verstedelijken? En welke zaken horen volgens bewoners en gebruikers thuis in de Omgevingsvisie Amsterdam 2050?

Invloed Vrouwenadviesraad

Hoe groot is de marge eigenlijk waarover bewoners mogen meepraten als het gaat om de toekomst van de stad? Van den Beuken maakt onderscheid tussen verschillende lagen. Op concrete zaken dichtbij huis, buurt en leefomgeving. En op hoger niveau, op beleidszaken, regelgeving en bepaalde voorwaarden waar de verstedelijking aan moet voldoen. Op al die niveaus wil de gemeente meenemen wat is gezegd. Al die ontwikkelingen hebben ook weer effect op elkaar. Het kan ook zijn dat wat in verschillende gesprekken is gezegd, op gespannen voet staat met elkaar. Daarom moeten er hoe dan ook keuzes gemaakt worden. Keuzes die de gemeente zal terugkoppelen en uitleggen.

Stapsgewijs naar een Omgevingsvisie

Over anderhalf jaar wordt de Omgevingsvisie 2050 medio 2021 voorgelegd aan de gemeenteraad. Het ontwerp Omgevingsvisie over een jaar. In januari 2020 gaat de eerste testversie van de Omgevingsvisie naar B&W. In januari is deze testversie ook in te zien op www.amsterdam.nl/omgevingsvisie. Komende halfjaar vinden ontwerpsessies plaats en daarbij wordt ook de Vrouwenadviesraad betrokken. Stapsgewijs werken we zo toe naar de Omgevingsvisie 2050.

‘Meer mensen en woningen betekent ook goede aansluitingen op het OV’

Woningbouwopgave Amsterdam

Flora Nycolaas, stedenbouwkundige Omgevingsvisie 2050 van de gemeente Amsterdam, legt uit hoe groot de opgave is waar Amsterdam voor staat. Door de bevolkingsgroei zijn er 150.000 woningen extra nodig in Amsterdam, met de daarbij behorende voorzieningen. Deze woningen moeten worden toegevoegd worden aan de bestaande stad; dat komt neer op 16 vierkante kilometer aan ruimte ‘vinden’. Dat kan alleen in buurten met woningen in 4-6 of 20 lagen, gemengd en hoogstedelijk. De luwe stadsbuurt zal dus niet meer ontwikkeld worden. Omdat veel mensen ook veel bewegingen betekent, heeft ook het OV daar een belangrijke rol in. De vraag is dus: waar zit de ruimte? En waar zit de toegang tot aansluiting op het OV-netwerk?

Buurttypen in de stad

  • Luwe stadsbuurten – voornamelijk met woningen die niet hoog zijn en weinig bedrijven
  • Gemengde stadsbuurten – woningen met meerdere bouwlagen (maximaal 6), met horeca en winkeltjes, zoals ‘men’ Amsterdam doorgaans ziet
  • Hoogstedelijke buurten – bijvoorbeeld langs het IJ, NDSM-terrein
  • Hoogstedelijk centrum – Zuidas met station, kantoren, bedrijven
  • Productieve stadsbuurt – voornamelijk bedrijven die lastig met wonen te combineren zijn vanwege overlast

Drie verstedelijkingsvarianten

Stedenbouwkundige Nycolaas gaat met de aanwezigen in gesprek over de drie varianten om te verstedelijken binnen de bestaande stad, en welke investeringen in het openbaar vervoer nodig zijn:

  • Stad aan het centrum
  • Stad aan het water
  • Stad aan het landschap

1. Stad aan het centrum

Hier is gezocht naar ruimte in de stad om meer te verdichten. We hebben in ons stedenbouwkundig plan een gelaagde opgave. Lagen die elkaar kunnen aanvullen, bijvoorbeeld groen om te spelen en mobiliteit. Ze hoeven elkaar dus niet uit te sluiten. In West heb je brede wegen met trambanen met bescherming voor voetgangers, en op elke 200 meter een overgang en auto’s. De voetganger en fietser worden hier beschermd tegen het snellere verkeer dat de stad in- en uitgaat. De vraag is: hoe ervaren jullie dat?

Investeringen in het openbaar vervoer:

  • Oost-Westlijn: directe verbinding Nieuw-West naar Muiderpoort
  • Metroring sluiten

2. Stad aan het water

Hier gaat het om de gebieden rond het IJ, in Noord aan de zuidzijde richting Zaandam, gebruikmakend van het water. Lastig is dat er bij het water doodlopende eindjes zijn: wegen houden daar op. (Deels) inpolderen is iets wat nu nog open staat: houd je de grens van het water aan? Of ga je op sommige delen van het water over op land?

‘Voorkom segregatie door het ene deel bij de andere kant te betrekken. Het moet stromen.’

Je kunt geen woningen bouwen bij de grote bedrijventerreinen, deels vanwege contracten en regelgeving rondom wonen en veiligheid. Het is ook goed om zo een gebied te hebben bij de stad: het is een ontwikkelgebied voor de circulaire economie. De afstand en het vervoer van en naar de stad zijn gunstig. Bovendien liggen er buizen voor de energievoorziening.

Investeringen in het openbaar vervoer:

  • De metro wordt uitgebreid vanuit Zaandam Kogerveld tot aan Zuidoost. Groot deel van de reizigers zal voor woon-werkbewegingen de diagonale verbinding in de stad gebruiken (Noord naar Zuidoost).
  • West-Oost: de oevers van het IJ worden ontsloten met tram, bus of boot.

3. Stad aan het landschap

Amsterdam is ingericht met scheggen. Scheggen die het groene landschap tot diep in de stad brengen. Met 15 minuten fietsen ben je ergens buiten:

  • Amsterdamse bos
  • Amstelscheg
  • Diemerscheg
  • Brettenscheg (tot aan het Haarlemmermeerplein)

Bebouwing ligt deels aan en in de scheggen. Daarvoor in de plaats komt groen terug door het afwaarderen van de snelwegen tussen de A9 en de A10. Hierlangs kan je dan wonen met uitzicht op de scheggen (en over de wegen die minder intensief gebruikt zullen worden). Delen van wegen kunnen ook in een tunnel. Regionaal verkeer wordt dan omgeleid via de grotere verbindingswegen als A5 en A9, waardoor de druk op de ringweg vermindert.

 ‘Zuidoost heeft steeds minder natuur. Bij stad aan het landschap voorzie ik dat ook als risico’

Gebieden waar nu bedrijven en sportverenigingen zitten, kunnen efficiënter worden ingericht door het combineren van sport, groen en bebouwing.

Er komen twee sporen naast elkaar: één spoor is de verbinding met de regio (sprinter of metro). Tweede spoor is de intercity, die verbinding met de Randstad heeft.

Investeringen in het openbaar vervoer:

  • In deze variant wordt de Noord/Zuidlijn verlengd naar Hoofddorp
  • De metro gaat door naar Abcoude
  • Er komt een sprinter-verbinding Haarlem-Almere
  • Metroring wordt gesloten via CS

Reacties op de verstedelijkingsvarianten

Stad aan het centrum

  • ‘Ik fiets van Holendrecht tot aan de Rai in het groen. Dat is heerlijk. Maar vanaf daar is het vooral trams en auto’s en geen groen waar je doorheen kunt fietsen.’
  • ‘Ik fiets van West naar het Vondelpark en ben blij als ik daar aankom. De rust die ik daar ervaar! Als ik na mijn werk terug naar huis door groen kan fietsen … dat zou me zoveel geven.’
  • ‘Straten vanuit West richting het centrum zouden groen kunnen zijn, een groene fietsroute. Nieuw-West is nu geen onderdeel van het centrum.’
  • ‘Ik zie op tegen de druk(te) die nu al op het centrum zit.’
  • ‘Stad aan centrum is voor mij als gebruiker te druk, als forens is het nu al te druk.’
  • ‘Nieuw-West en het centrum zijn andere werelden. De verschillen zouden minder duidelijk aanwezig moeten zijn. Je kunt nu wel vanuit mijn buurt (Geuzenveld) fietsend of met de tram naar het centrum. Maar er is geen echte aansluiting. Ik vind het idee om echte straten te maken tussen Nieuw-West en het centrum daarom goed.’

Stad aan het water

  • ‘Is het een optie om deels in te polderen, bij open stukjes.’
  • ‘Zijn er uitbreidingen mogelijk naar het Westelijk Havengebied?’
  • ‘Het hoogstedelijke buurttype heeft mijn voorkeur: we moeten omhoog. Veel woningen bij elkaar en aan de onderkant op straatniveau ruimte voor ontmoeting, waar iedereen thuis is, ook de mensen met extra zorg en minder-validen. Voor een buurthuis, kleine winkeltjes. Flexibele ruimtes die je kunt inzetten voor verschillende dingen. Ook iets waar je kunt eten ‘s avonds, dat geeft sfeer en een gevoel van veiligheid.’
  • ‘Stad rond het water is voor Nederland een heel passende ontwikkeling. Daar is ook al veel hoogbouw, dus is het natuurlijker om daarmee door te gaan.’
  • ‘Stad aan het water: de ruimtelijke blik vanaf de pont over het water vind ik mooi. Bouw kleinschalig, dat is minder anoniem. Of anders bijv. ‘s nachts mogelijkheden om te kunnen eten. Gemengde stadsbuurt met een buurthuis dat goed onderhouden is. En maak hipstercafé ook toegankelijk voor minder bedeelden, met behulp van bonnen.’

Stad aan het landschap

  • ‘Stad aan landschap is wonen in Amsterdam met rustige vibes. Dat trekt mij.’
  • ‘Stad aan het landschap moet aan randvoorwaarden voldoen: namelijk segregatie voorkomen. Je moet het ene deel betrekken bij andere kant, het moet stromen. Een voorbeeld: er komt nu een grote ontwikkeling in Amstel III, die moet aangesloten worden bij de Bijlmer. Nu is er geen samenhang tussen nieuw en oud (vooral kantorenterrein Amstel III).’
  • ‘We moeten zorgen dat we wel de lucht in gaan, maar met de randvoorwaarden dat er geen nieuwe splitsing komt tussen de verschillende woondelen. De metrolijn in Zuidoost ervaren we als een damwand. De ligging van de ingang zou meer verbindend moeten zijn.’
  • ‘Hondsrugpark wordt ontsloten onder druk van de bewoners, want we willen dat het stroomt van de ene kant naar de andere kant en terug. Deels wordt het nu sociale woningbouw (Amstel III).’
  • ‘Als het moet voldoen aan diversiteit en veiligheid, dan willen we geen vastgoedspeculatie. Dit komt wellicht niet in de omgevingsvisie, maar deze thema’s zijn wel universeel!’
  • ‘Stad aan het landschap heeft mijn voorkeur. Is er wel gebouwd, dan vind ik mijn rust wel. De ruimte die infrastructuur nu inneemt, wordt op andere plekken minder.’
  • ‘Bij ons in Zuidoost is het gemengd. Ik woon op de tweede verdieping in een koopwoning. De overkant is huur. Mijn auto staat voor de deur. Goede ontsluiting. Groene achtertuin, waar mijn dochter haar verjaardag viert in de zomer met een bbq en springkussen. Inmiddels is het een buurtfeest. Zuidoost heeft door de plannen steeds minder natuur. Bij stad aan landschap voorzie ik dat ook als risico.’
  • ‘Gravestein is 10 hoog in honingraat. Wordt getransformeerd. Ik moet er over 3 jaar uit. Huur, koop en sociale huur komen terug, maar waar blijven deze mensen? Ik ben 30-plus dus als starter kom ik niet in aanmerking. Alle nieuwbouw heeft één look. De identiteit van de stad verdwijnt. Ik krijg een schapengevoel, dezelfde lifestyle. Terwijl we verschillend zijn.’

Opmerkingen over…

Regelgeving vastgoedspeculatie

  • ‘Wat wordt er gedaan aan vastgoedspeculatie. Als er straks meer woningen komen, wie koopt en verkoopt die dan weer door, en onderhoudt ze of niet? Zijn daar regels voor voordat het op de markt komt? Kijk naar de ghosttowns. Steden die niet meer leefbaar zijn, omdat eigenaren geen onderdeel uitmaken van de stad. Zij zien de stad als investering en hebben er verder niets mee van doen. Wij zitten ermee. Wij wonen er.’
  • ‘Een Zweedse investeerder heeft het Bos en Lommerplein opgekocht zonder plan. Nu moet de markt verdwijnen. BoLo aan kant van metrostation Burgemeester de Vughtlaan wordt volop gerenoveerd en er komen vrije sector appartementen. Jammer dat mijn straat, de laatste van de drie, nog heel ouderwets is, het verschilt nu wel heel erg met de rest.’

Winkelaanbod in veranderende buurten

  • ‘Mijn buurt (De Baarsjes) is al te ver gegentrificeerd. Ik baal dat er nu twee coffee companies in mijn buurt zitten. Afgelopen 10 jaar is er veel veranderd. Het hoeft niet terug naar vroeger, maar onze buurt wordt leefbaarder en meer sociaal als de kleine ondernemer meer ruimte krijgt.’
  • ‘Ik vind het fijn dat er in de Javastraat zoveel nieuwe winkels bij zijn gekomen. Ik vind de diversiteit goed, het was niet goed dat er alleen supermarkten en belwinkels zaten. Ik vind dat mijn buurt echt vooruitgaat.’

Wonen

  • ‘Er mag bij ons best gerenoveerd worden. Het deel waar ik woon in Bos & Lommer wordt niet aangepakt, terwijl er wel nieuwbouw bijkomt. Dat geeft een gevoel van ongelijkheid. Niet iedereen wordt in de plannen meegenomen. Je voelt je op je gemak en het is er nu wel veel veiliger, ook ‘s avonds. Er is nauwelijks water, maar wel veel groen. We hebben een gezamenlijke achtertuin. Veel huizen dicht op elkaar.’
  • ‘Ik woon in Zaandam aan een doodlopende straat, dus kleine broertjes en zusjes kunnen op de weg nog spelen, er is nauwelijks verkeer. Er zijn weilanden vlakbij mijn huis. Zaandam is een stuk rustiger. Amsterdam maakt me soms wel gek van de drukte.’
  • ‘Ik woon heel wijds. Ook binnen deze K-buurt. Gebouwd in 1972 met 10 meter diepe tuin. Ik prijs mezelf gelukkig.’
  • ‘Ik heb altijd in mijn straat in de Indische Buurt gewoond en dus ook alle ontwikkelingen meegemaakt. De gemeente heeft buurttuinen ingericht waar iedereen samen in tuiniert. Helpt goed om de tweedeling tegen te gaan. In plaats van alleen maar sociale huur, is er nu ook koop. Daardoor is er nu een goede mix. Onze buurt is echt in de up. Ik vind nieuwbouw in de oude stijl van de buurt heel mooi. Geeft de Indische Buurt echt een eigen karakter.’
  • ‘Je moet een afweging maken, het groen moet van betere kwaliteit en zwaarder worden ingezet.’
  • ‘Ik ben met mijn gezin in Geuzenveld gaan wonen, omdat het een buurt was met veel diversiteit. En nu is dat allemaal weg. Als er huizen leegkomen, worden die gevuld met allemaal dezelfde mensen. Er lopen nu jonge criminelen over straat die voor 15 duizend euro vreselijke dingen doen. Ik wil niet dat mijn dochter met hen in aanraking komt.’
  • ‘Van der Pek is kleinschalig. Er staan veel krachten op Noord. Er worden van bovenaf plannen gemaakt. Door de abstractie eindigen gesprekken vaak in andere resultaten dan er in gesprekken is aangegeven. Kansen en mogelijkheden zijn niet voor iedereen toegankelijk.’
  • ‘Bekijk Havenstad. JustCityIndex toepassen: de rechtvaardige stad als ontwerpprincipe. Een co-creatieve ontwerpmethode, gebaseerd op gedeelde waarden.’

Toekomst WMTC

  • ‘Als je echt utopischer gaat denken, dan kan WMTC veel ambitieuzer. Het maken van plannen wordt ons nu in handen gegeven, in de handen van vrouwen. Participatieve democratie: een structuur om mee te geven in de omgevingsvisie: dat is wat WMTC wil.’

Over het vervolg

  • ‘We hebben te kort tijd gehad om te reageren. Graag een vervolg. Hoe we dit invullen bekijken we nog. Tijdstip misschien wisselend: bijvoorbeeld de ene keer iets later op de dag en iets langer.’

Aanwezig:

Vrouwenadviesraad: Naomi, Glainess, Ria, Kirsten, Fadma, Rachel, Oumaima, Firdaouss, Leila, Marthe, Miriam

Gemeente Amsterdam: Frank van den Beuken, inhoudelijk projectmanager omgevingsvisie; Errik Buursink, strategisch adviseur Ruimte en Duurzaamheid; Simcha Goudsmit, urban planner; Max Smit, planoloog en kwartiermaker; Flora Nycolaas, stedenbouwkundige; Petra Boegheim, planoloog.

Waar woon je en waar werk je?

Een korte inventarisatie vooraf:

  • Werkt in Amsterdam West, gaat met OV naar werk
  • Woont in Zuid, werkt in centrum op fiets
  • Woont in Rotterdam, gaat met OV naar werk
  • Woont in Van der Pekbuurt, loopt en fietst
  • Woont in Weesp, werkt in Amsterdam
  • Woont in Holendrecht, werkt in West gaat op de fiets
  • Woont in Oost, toegankelijkheid rolstoel niet eenvoudig met OV dus gaat met auto van Oost naar West
  • Woont in K-buurt, gaat met auto naar verschillende plekken in Amsterdam. OV- kosten te hoog en praktischer i.v.m. verschillende afspraken
  • Woont in Bos en Lommer, fietst naar werk in centrum en Tuinstadhuis Nieuw-West
  • Woont in Bos en Lommer (BoLo), studeert in centrum en loopt stage in West
  • Zuid en Baarsjes, fietst en werkt bij Nieuwmarkt en Noordermarkt
  • Woont in centrum, werkt in centrum
  • Woont in Ganzenhoef, werkt in Amstel III. Gaat met OV en stuk met snorder. Zou anders 20 minuten lopen zijn.