Maatschappelijke voorzieningen

Bij maatschappelijke voorzieningen gaat het om ruimte voor zorg, onderwijs, sport, kunst en cultuur en buurtvoorzieningen. Zij vormen vaak het sociale hart van de buurt.

Maatschappelijke voorzieningen zijn gebouwen en buitenruimte voor maatschappelijke functies en activiteiten, die niet vanzelfsprekend door de markt worden gerealiseerd en daarom een actieve rol vraagt van de gemeentelijke overheid. Voor een groot deel vraagt dit om gebouwen, zogenaamd maatschappelijk vastgoed. Daarnaast vraagt sport ook om sportparken en ruimte voor sport en spelen in de openbare ruimte. De openbare ruimte dient ook plek te bieden aan uitingen van kunst en cultuur. 

Het beleid voor maatschappelijke voorzieningen is verankerd in het beleid voor onderwijs, sport, zorg, cultuur, basisvoorzieningen, groen en openbare ruimte. De ruimtelijke consequenties voor de groei van de stad zijn vastgelegd in de door het college in de in 2018 vastgestelde ‘referentienormen voor maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen’. Doel is de groei van de stad in de verschillende planfasen te voorzien van een voldoende maatschappelijk programma, met sport en groene recreatieruimte, omdat we bouwen aan een gezonde en sociaal duurzame stad.

Grote Opgaven

Vergrijzing – De voorspelde vergrijzing stelt zowel eisen aan de woonvoorraad, de woon- en leefomgeving als aan het maatschappelijk programma. Voor deze groepen is nabijheid van voorzieningen en groen, alsmede een fijnmazig openbaar vervoer voor de bereikbaarheid van voorzieningen en recreatievoorzieningen van groot belang zodat Amsterdammers zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en meedoen in hun buurt.

Vrije ruimte – In de normen voor maatschappelijke voorzieningen wordt ruimte voor voorzieningen geclaimd. Veelal is dit reeds ‘geoormerkte’ ruimte van waaruit maatschappelijke partners (schoolbesturen, zorg- en welzijnsaanbieders, sportverenigingen etc.) hun aanbod verzorgen. In participatie komt naar voren dat er juist meer behoefte is aan ruimte voor bewonersinitiatief, in zowel de openbare ruimte als in de bebouwde omgeving. Hier bestaan nog geen ruimtelijke uitgangspunten/normen voor.

Realisatie sport – De inpassing van voorzieningen voor de (anders-) georganiseerde buitensport blijkt problematisch. Enerzijds door de veel gebruikte referentie van extensieve monofunctionele sportparken, die in de stad en het landschap lastig in te passen zijn. De opgave is om meer differentiatie en vernieuwing in de opgave te formuleren. Gezocht wordt naar samenhang in de opgave voor sporten, spelen, recreëren en groen.

Betaalbaarheid – Maatschappelijke ruimte en ook openbare groen- en sportvoorzieningen kosten naast ruimte, ook geld. De betaalbaarheid van voorzieningen, investeringen in groen, maar ook het sluitend krijgen van grondexploitaties vereisen een integralere sturing op het totale programma voor de complete stad, met het accent op wederkerigheid en gezamenlijke waardecreatie in zowel de nieuwe als de bestaande stad.

Verdringing middenkader – Leraren, zorgverleners, politieagenten etc. behoren allemaal tot het middenkader. Zij dragen het onderwijs, de welzijn, zorg en veiligheid in onze stad. Zodra deze groepen niet meer betaalbaar in Amsterdam kunnen wonen, ontstaan tekorten, die bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs resulteren in kansenongelijkheid. 

Er is er een groeiend besef dat metropoolontwikkeling ook gepaard kan gaan met tweedeling. Amsterdam zet daarom stadsbreed volop in op kansengelijkheid en inclusiviteit. Zodat alle Amsterdammers toegang hebben tot onderwijs, sport en kunst en cultuur, verzekerd zijn van zorg of ondersteuning en waar nodig opvang. Een stad met een laagdrempelig netwerk van basisvoorzieningen, waarin buurten en wijken letterlijk ruimte krijgen voor zelforganisatie en waar ‘omzien naar elkaar’ een eerste alternatief kan zijn voor professionele hulp of dienstverlening.